Terug naar huis (dag 21,22)

Terug naar huis… Zoals altijd vliegt de tijd wanneer we op vakantie zijn en vandaag moesten we weer terug naar Nederland. Het zou een hele lange reisdag worden. Met de taxi naar het vliegveld van Guillin (ca. anderhalf uur), vliegen naar Beijing (3 uur), wachten op het vliegveld (ca. 5 uur), vloegen naar Moskou (ca. 7 uur), transfer naar terminal (ca. 1 uur), vliegen naar Dusseldorf (ca. 3 uur), terug met opa Ed naar huis rijden (ca. anderhalf uur).

We werden pas om 9:00uur wakker en pakten rustig de laatste spulletjes in. Ik at alvast wat met Keyro en Ronac terwijl Vanessa alvast uitcheckte en de spullen in de bagageruimte zette.

We konden het geld gewoon via de Nederlandse bank overmaken dus gebruikten we onze digipas zodat we dit niet konden vergeten. Fijn dat dit hier kon. Karst, Paulien en Pelle zorgden er echt voor dat ons verblijf hier geweldig was, een echte aanrader!

Aangezien we pas om drie uur hoefden te vertrekken besloten we nog even naar de rivier te lopen en daar te gaan zwemmen. Vooral Keyro had weer de grootste lol, ook voor hem een mooie afsluiting van de vakantie. Rond één uur waren we terug bij the giggling tree waar we nog een laatste keer wat aten. Een heerlijke fried noodles en een sizzling beef voor ons. Keyro mocht nog een keer de lekkere frietjes bestellen. Na een snelle douche stond de taxi om 14:50uur al klaar om ons naar het vliegvled te brengen. Via een andere route kwamen we na een dik uur ruim op tijd aan op het vliegveld van Guillin. Het was hier redelijk rusten zodat we snel konden inchecken.

De vlucht verliep redelijk snel, we landden mooi op tijd op het vliegvled van Beijing waar we maar liefst vijf uur moesten wachten. Onze rugzakken liepen ook nog eens het eerst van de band af en toen ook nog bleek dat de vertrekhal boven ons lag zaten we wel erg snel te wachten op het vliegtuig naar Moskou.

Inchecken ging nog niet want de balie zag er maar spookachtig leeg uit. We installeerden ons maar op een bankje en lieten Ronac en Keyro lekker rondrennen, voordeel hier is dat ze toch nergens naar toe konden er er vrijwel niemand was. Beide kids bleven maar wakker ondanks dat het al na middernacht was. Toen de incheckbalie eindelijk open ging werd Ronac wel wat jengelig maar nog steeds wakker. Pas bij de lange rij bij de security controle werd Ronac stierlijk vervelend en begon hij hard te huilen. Een ideaal moment want er kwam meteen iemand langs om ons voorin in de rij te plaatsen. Wil je wachtrijen vermijden? Knijp dan je kind heel hard in z’n arm of zo, succes verzekerd.


Om één uur ’s nachts spelen op het vliegveld.

We kochten nog een onzinnig souvenir en wat voor opa Ed met onze overgebleven yuans. Ronac had weer energie gevonden en speelden met Keyro in een leuk speelplaatsje naast onze gate. Ons vliegtuig vertrok zo’n 40 minuten laten maar tijdens het opstijgen lag Ronac gelukkig eindelijk te slapen. We hadden gweeldige plaatsen voorin het toestel zodat er niemand voor ons zat met wat extra beenruimte. ook waren er gelukkig geen schermpjes met knopjes waar Ronacje zich aan kon amuseren.

Ook Keyro viel vrij snel in een onrustige slaap, het leek goed te gaan tot Ronac weer wakker werd en 20 minuten lang bleef huilen. Er werd nog eten geserveerd zodat nog niet iedereen lag te slapen, scheelde wel. Mijnheertje Junior viel daarna bij Vanessa in slaap en na een paar keer een beetje wakker worden ging het eigenlijk nog redelijk. Keyro sliep zo’n beetje tot het licht aanging (5 uur) en speelde daarna nog wat op zijn nintendo.


Eindelijk vertrokken.

Na alle vriendelijkheid in China werden we door de norse en onvriendelijke Russische controle geloodst. Toch ging dit allemaal vrij vlotjes zodat we snel voor de juiste gate zaten te wachten op het laatste vliegtuig van de reis naar Dusseldorf. Blijkbaar hadden we hier gratis Wifi want ik kon nog eventjes met Lucia Appen.

Ook de laatste drie uur gingen snel om. Ronac sliep bijna de hele vlucht en Keyro speelde vooral op zijn Nintendo. Redelijk volgens schema landden we op de luchthaven van Dusseldorf, de laatste vlucht zat erop. Het duurde eventjes voordat onze rugzakken er waren, wat service betreft kunnen we nog wat leren van de Chinezen.


Aangekomen op de luchthaven van Dusseldorf.

Opa Ed stond ons al op te wachten in de aankomsthal en bracht ons veilig naar Geleen waar we nog een heerlijke lunch en een lekkere kop koffie voorgeschoteld kregen. Daarna reden we eindelijk naar huis, het einde van een fantastische vakantie. Naar China moeten we zeker nog een keer terug, het land heeft zo ontzettend veel te bieden en er is nog zoveel te zien.

Yangshuo, over de Li rivier met een bamboevlot (dag 20)

Gelukkig hebben we allemaal goed geslapen vannacht en was de koorts van Ronac helemaal over. We hadden weer een lekker ontbijtje en Keyro speelde even met Pelle die vandaag niet naar school hoefde te gaan. In deze regio is geen internationale school dus krijgt Pelle gewoon op een Chinese school in het Chinees les. Heel grappig als je zo’n klein blond jongetje Chinees hoort praten tegen het personeel. Om 11:00 uur stond onze taxi voor de deur en vertrokken we samen met een Engels koppel naar Yangdi. Het landschap onderweg was prachtig en na ongeveer 1 ½ uur rijden arriveerden we in Yangdi waar we naar ons bamboevlot werden gebracht.


Ons vertrekpunt in Yangdi.

Net zoals overal, was het ook hier weer super druk met toeristen en waren overal verkopers die maar achter je aan bleven lopen. We kochten voor 10 yuan een waterspuit voor de kinderen. Even later kwamen we erachter dat Keyro er ook een vast had en we er dus twee voor dezelfde prijs hadden gekregen. We maakten kennis met onze bootsman op het vlot, een aardige man waarbij we met handen en voetenwerk dingen aan elkaar duidelijk probeerden te maken (lukte aardig).


Ronac kreeg het weer voor elkaar om fruit te bietsen.

We vertrokken in een stroom van bamboebootjes over de Li-rivier. In de ochtend varen de grote dubbeldekkerboten vanuit Guillin over de rivier en in de middag mogen de kleine gemotoriseerde bamboebootjes. De Li rivier stroomt tussen Guillin en Yangshuo in het zuidwesten van China over een traject van 83 kilometer. Het omringende landschap, met de typerende grillige groene toppen van het karstgebergte, wordt wel omschreven als een ‘geschilderde draak’. Wij zouden ongeveer anderhalf uur tot 2 uur varen tot het vissersdorpje XingPing en daar vandaan met de openbare bus terug keren naar Yangshuo.


Li-river met vele bootjes

Het was een heerlijk ontspannen tocht waarbij de kinderen zich amuseerden met hun waterspuit. Ook zaten de mannen aan de zijkant van de boot met hun voeten in het water en dit zorgde voor een goede afkoeling want het was flink warm vandaag. De Li rivier staat bekend om zijn betoverende schoonheid en niets is minder waar. Een eeuwenoude Chinese versregel luidt: “De rivier is een groenzijden lint en de heuvels zijn jaden haarspelden”. Wij kunnen niets anders dan het hiermee eens zijn.


Na ongeveer 1 ½ uur varen kwamen we aan bij XingPing, een oud klein vissersdorpje. Hier is ook de foto gemaakt die is verwerkt op het 20 yuan briefje. Er stonden een heleboel tuk-tuks om ons naar het centrum van XingPing te brengen maar wij besloten om te lopen. Volgens de tuk-tuk chauffeurs dik een half uur lopen in de hitte maar in de praktijk bleek het maar 10 minuten te zijn.




Het uitzicht staat ook op een 20 Yuan biljet.

Het centrum stelde niet zoveel voor met twee kleine toeristische straten en een paar lokale straatjes. De lokale straatjes waren leuk om doorheen te lopen en we zagen in de huizen bijna overal een foto van Mao ophangen. Iets wat in China niet veel meer voorkomt. Ook zagen we weer allerlei voedsel waar ik niet aan moet denken om op te eten. De Chinezen lijken echt alles te eten met of zonder poten, gekookt of rauw. We zijn in een leuk restaurantje gaan zitten en bestelden heerlijk eten. We hadden fried eggplant (aubergine) en pikante Gon Bao kip met pinda’s. Het was zoals altijd overheerlijk. Werkelijk alles wat we aan eten besteld hebben gedurende onze reis is smakelijk geweest. Het is culinair echt genieten hier in China. De meest simpele gerechten hebben de meest fantastische smaken.


Wandelen door de lokale straatjes in XingPing

Na onze late lunch liepen we naar het lokale busstation om de bus terug te nemen naar Yangshuo. We zaten merendeels tussen de locals maar al snel waren we een praatje aan het maken met een paar mensen die wat Engels spraken. Na nog geen uur arriveerden we in het centrum van Yangshuo en kregen we een regenbui over ons heen. We schuilden eventjes en zochten daarna met wat moeite een taxi. ’s Avonds speelde Keyro weer met Pelle en bleef hij daar opnieuw eten. Deze keer kreeg hij Hollandse hutspot (aardappel, wortel en uien) met worst te eten. De heren amuseren zich prima en Keyro heeft er een vriend in China bij. Keyro wordt door Paulien en Karst vanaf de eerste dag “Knorrie” genoemd. Zo had hij zich na ons modderbad in de Buddha cave aan hen voorgesteld. Zij en hij zijn dat de afgelopen dagen ook stug vol blijven houden. Het is zo’n leuke, gezellige en huiselijke accommodatie die we werkelijk iedereen kunnen aanbevelen. Terwijl Keyro bij Pelle was hadden wij nog een licht diner op de binnenplaats. Wij aten lotusroots (wortels van de lotusbloem), bruschetta en Ronac had macaroni. Ons diner werd onderbroken door een regenbui en snel verkasten we naar de loungeroom om daar onze maaltijd verder te verorberen. Toen de kinderen sliepen hebben we alle spullen weer ingepakt want morgenmiddag vertrekken wij weer richting Beijing om daarna via Moskou en Düsseldorf terug naar huis te gaan.


De laatste overnachting in China

Yangshuo, aalscholver vissen (dag 19)

Het is goed relaxen hier in de Giggling Tree en we werden vanmorgen pas om 9:00 uur wakker. Ronac voelde wat warm aan en had twee rare plekken op zijn arm. Het ziet er uit als een insectenbeet maar het lijkt niet op een beet van een mug. Het is een rood puntje met daar omheen een witte cirkel en een rode rand. In ieder geval had hij flinke honger want het ontbijt ging er prima in. Keyro at voor de zoveelste keer mijn ontbijt op en morgen krijgt hij zelf een ei met brood en die zal hij dan ook helemaal op moeten eten.


Spelen in een echte speelkamer.

We besloten om het rustig aan te doen vandaag en Ronac de rust te geven die hij nodig heeft. Paulien liet ons in de speelkamer van Pelle en daar amuseerden de jongens zich goed. Keyro keek naar de film kikkerdril en Ronac maakte muziek. De lunch aten we op een terras en bestond uit een beefburger (Ralph), noodles (Vanessa) en de kinderen een tosti. De koorts van Ronac liep in de loop van de middag op en we legden hem rond 15:00 uur in bed. Ralph ging met Keyro zwemmen in de Yulong rivier en ik bleef bij het kleine menneke.

Nogmaals zwemmen in de rivier.
In totaal sliep Ronac 3 lange uren maar het deed hem wel goed. Toen Keyro terug kwam van het zwemmen was Pelle, het zoontje van de eigenaren, terug van school en gingen ze samen spelen. Het klikte direct en ze hadden veel plezier samen. Keyro mocht zelfs bij Pelle blijven eten. De Chinese kokkin had een wortel – broccoli stamppot gemaakt met worstjes en hier smulden de heren goed van. Tijdens het eten werd het ineens flink donker en begon het te waaien.


Stamppot in China?.

We kregen een korte tropische stortbui waarna het al snel weer op klaarde. Helaas kon Keyro niet langer bij Pelle spelen want samen met hem ging ik naar het aalscholvervissen kijken. We werden opgehaald door de taxi en reden naar het centrum van Yangshuo. Bij de Li-rivier stapten we op een grote boot die al goed vol zat. Het was ondertussen al schemerig geworden en dit gaf weer een heel ander zicht op de rivier en de karstbergen.

De boot verliet de aanlegsteiger en al snel kwam er een door een eenvoudig verlichte lamp een bamboevlot naast de boot varen. De in traditionele klederdracht geklede visser peddelt langzaam vooruit naast onze boot. Op de boot zaten een stuk of zes tamme aalscholvers. De vogels zijn tamelijk grote watervogels die voornamelijk van vis leven. Aalscholvers, die behoren tot de pelikaanachtige, zijn vrijwel geheel zwart, maar met een opvallende witte wang. De snavel is lang en voorzien van een haakvormige punt.

De aalscholver heeft zwemvliezen tussen de voortenen en kan dus zwemmen en hij vangt vis door te duiken. De aalscholvers vissen voor de “visser”. Hun keel wordt dicht gehouden door een touwtje of ring zodat ze de grote vissen niet in kunnen slikken. De vogels duiken steeds in het water op zoek naar vis. Als ze vissen hebben gevangen worden ze door de visser door middel van het touwtje aan hun poot de boot binnen gehaald. De visser verwijdert de gevangen vis uit de keel van de vogel. Als de aalscholver voldoende heeft gevangen wordt het touw of ring om de keel verwijderd en mag de vogel zelf vissen om zich te voeden. Het is een traditionele vistechniek die al honderden jaren wordt gebruikt in Azië.

Keyro vond het in eerste instantie leuk om te zien maar raakte al snel verveeld en was moe. Er werd ook nog even aangemeerd bij een inham en hier konden we de aalscholvers van dichtbij zien en kon je hem op de arm nemen. Keyro wilde dit niet en vond de visjes in de mand interessanter dan de aalscholvers.


Aalscholver-visser.

We waren om 21:15 uur weer terug in ons guesthouse waar Ralph alleen op de binnenplaats zat. Ronac lag al in bed en Keyro stopten we ook direct in want hij was veel te moe. Wij dronken ons een paar koppen groene thee en bestelden een Hollands stuk appeltaart. We kletsten nog wat en gingen ook naar bed. Morgen hebben wij een excursie per bamboevlot over de Li-rivier.

Yangshuo, een modderbad en lichtshow van Sanjie Liu (dag 18)

Het zou vandaag opnieuw een warme dag worden en na een lekker ontbijt maakten we ons klaar om te gaan fietsen. We huurden twee fietsen waarvan één herenfiets met fietsstoeltje, bij de damesfiets kon Ronac niet vast worden gemaakt en we kregen de fiets van Karst en Pelle. Deze speciale kinderfiets voor Keyro vonden we helemaal super. Het ziet eruit als een halve crossfiets die wordt vast gemaakt aan de mountainbike van de volwassene.


Eerst een lekker ontbijtje voor de fietstocht.

Paulien, de eigenaresse, kwam ook nog twee fietshelmpjes brengen en zo gingen we veilig op weg. Keyro kon flink mee trappen wat het voor Ralph een stuk makkelijker maakte. We waren net 20 minuten onderweg toen ik er achter kwam dat we het fietsslot waren vergeten. Het slot hing nog aan de damesfiets die we eerst wilden huren. Even een stukje terug, slot ophalen en meteen weer op weg. We fietsten op de doorgaande weg, langs kleine dorpjes en werden vaak gepasseerd door toeterende auto’s en tractors. Men toetert voor de veiligheid en om te laten weten dat ze eraan komen.


Ronac achterop de fiets bij mamma.


Ronac met helmpje.

Men is in dit gebied wel gewend aan toeristische fietsers (circa 2 miljoen per jaar) want die kom je hier in grote getallen tegen op tandems, mountainbikes etc. Tussen de akkers en rijstvelden door vingen we af en toe een glimp op van de Yulong rivier. Het landschap met de karstbergen was adembenemend. Karst doet zich voor in streken waar kalksteen aan de oppervlakte ligt en wordt aangetast door verwering en eigenschappen van (regen)water.

Op een gegeven moment kwamen we bij een brug waar het erg druk was. Hier was het begin of eindpunt van de tocht die je met bamboevlotjes kunt maken over de Yulong rivier. De rivier lag vol met alle bamboevlotjes en bootjes met hun gekleurde parasols.

We fietsten door en kwamen bij een huisje waar we tickets konden kopen voor de Buddha Cave. We kregen wat korting maar de entree was voor Chinese en Nederlandse begrippen aardig prijzig. We besloten toch om het totale pakket te nemen bestaande uit een wandeling met gids door de grot, het modderbad en de warmwaterbronnen. De fietsen zetten we bij het huisje en met een oud gammel busje naar de overkant gereden waar we ons klaar konden maken voor de wandeling.

Het verliep allemaal een beetje wazig. We konden een kluisje huren voor onze spullen en we kleden ons alvast om in badkleding. Met alleen een handdoek om begonnen we aan de wandeling in de Boeddha cave. We zagen stalagmieten en stalactieten in prachtige vormen. Zoals in veel grotten zien mensen allerlei afbeeldingen in de kalksteen. Hier zag men bijvoorbeeld iets dat op een aap en op Boeddha leek.

Na een flinke wandeling kwamen we uit bij het modderbad. Een ondiep, natuurlijk zwembadje vol koude modder. Ralph ging er als eerste in samen met Ronac. Keyro bleef bij de kant staan omdat hij de modder maar koud vond. Toen hij Ralph en Ronac van de modderglijbaan zag gaan besloot hij om zich er toch maar in te wagen. We wisselden af want Ronac vond het al snel niet leuk meer en had het koud gekregen.


Mud people.

We maakten nog wat leuke foto’s waarbij we er totaal bruin en glimmend door de modder maar vreemd uit zagen. We dobberden wat rond in de modder en liepen daarna verder naar de andere baden om ons af te spoelen. Dat was inderdaad wel nodig want er kwam een hoop bruin van ons af. Het bleek dat vooral onze haren, oren, zwembroeken en bikini de neiging hadden om veel modder op te nemen en lastig te verwijderen was. Zo goed als afgespoeld gingen we tot slot naar de hotspring. Heerlijk relaxte warmwaterbaden, een genot.


Relaxen in de grot in het warmwaterbad.

Het was een leuke ervaring om dit te doen in een grot bij sfeervolle verlichting. Na de heerlijke baden gingen we terug naar buiten waar het weer goed warm was. We werden terug gebracht naar onze fietsen en vervolgden onze weg naar de Moonhill (Maanberg). Het was nog geen 5 minuten fietsen. Moonhill is een kalksteen berg die wordt gekarakteriseerd door een gat in de vorm van de maan. We wilden naar de top van de 230 meter hoge berg gaan voor het mooie uitzicht. Om de top te bereiken moesten we 800 uitgehouwen treden beklimmen.


Moon hill.

Keyro en ik hadden veel moeite met de klim en hadden het erg warm. Volgens mij heb ik nog nooit in mijn leven zo veel gezweet. Het zweet liep in straaltjes van mijn voorhoofd naar beneden. Ergens halverwege besloot ik te stoppen en met de kinderen te wachten terwijl Ralph de top ging beklimmen.


Uitzicht vanaf moon hill.

Ik was net begonnen aan de terugweg naar beneden toen Ralph er ook alweer aan kwam. We waren verder dan halverwege en hij was snel boven. Het uitzicht was prachtig geweest. Met zijn vieren, Ronac voorop, liepen we naar beneden.


Ralph en Keyro met hun “combi” fiets.

We besloten om terug te fietsen naar de Giggling Tree want Ronac begon moe en jengelig te worden. Terug bij ons guesthouse aten we lekker wat en deden we het even rustig aan. ’s Avonds werden we om 19:00 uur opgehaald door de taxi om naar de lichtshow van Sanjie Liu te gaan. Iedere avond speelt zich hier een spektakel af gebaseerd op de gelijknamige film uit 1961 met de Li Rivier in de hoofdrol. De bekendste regisseur van China, Zhang Yimou, heeft hier in de buitenlucht tussen de karstbergen in Yangshuo een prachtige show neergezet. Hij regiseerde ook bij de openingsceremonie van de Olympische Spelen 2008 in Peking.

Tijdens deze Chinese love story zijn er maar liefst 600 spelers te zien en zijn de omliggende bergen spectaculair verlicht. We arriveerden veel te vroeg bij het grootste natuurlijke openluchttheater ter wereld en moesten een tijd wachten voordat we naar binnen konden. Nadat we de kaartjes hadden gekregen van een gids liepen we zelf het theater binnen en zochten onze plaatsen.

Ronac zat op schoot en voor Keyro werd een klapstoeltje tussen de rijen in geplaatst. Het was ontzettend warm maar gelukkig was een Chinese dame naast Ralph zo vriendelijk om met haar waaier wat frisse koelere lucht naar de kinderen toe te wuiven. Tijdens de show zagen we impressies uit het dagelijks leven van de bewoners in het gebied van de Li rivier.


Rode golven tijdens de Sanjie Liu show.

De show begon met prachtige zang dat weergalmde tegen de bergen. Vervolgens kwam de rode impressie (volksmuziek). Hiervoor kwamen een heleboel vissersbootjes het water op gevaren, sommige vissers stonden en andere zaten met een stuk zijden doek in de handen. Onder begeleidig van de lichten en muziek ontstond er een prachtig rood schouwspel. Met z’n allen zaten we ademloos te kijken, prachtig gewoon.

Het volgende gedeelte was de groene impressie (natuur) waarbij herders hun ossen van het land haalden, vrouwen de kleding wassen en de vissers die terug keerden naar hun huis. Een vrolijk stuk over het leven langs de Li rivier. De volgende impressie was de gouden impressie. Hiervoor kwamen de vissers met hun aalscholvers en vissersbootjes het water op. Geheel verlicht met lampjes gaf dit een gouden gloed en een sprookjesachtig beeld.

Ronac keek zijn oogjes uit maar uiteindelijk werd de vermoeidheid hem ook te veel en viel hij op schoot in slaap. Wij keken verder naar de blauwe impressie, een stuk met traditionele liefdesliedjes en de laatste zilveren impressie. Bij de laatste impressie lopen circa 200 Zhuang meisjes over de brug in zilveren jurken. In totaal doen aan het stuk ongeveer 600 inwoners van Yangshuo mee. Keyro vond de show helemaal het einde en wilde morgen nog een keer terug gaan om alle mooie meisjes te zien. Leuk om te zien dat hij het net zo mooi vond als ons.

We liepen na afloop naar de uitgang waar het erg druk was. We vonden onze taxi maar moesten nog een tijdje wachten voordat het drukke verkeer wat rustiger werd en we terug konden rijden naar de Giggling Tree. Keyro en Ralph aten nog een ijsje op de binnenplaats en daarna gingen we lekker naar bed. Moe van al het moois wat we vandaag weer hebben gezien.

Yangshuo, Giggling Tree (dag 17)

We sliepen vandaag redelijk uit en we waren zo rond 9:00uur wakker. De laatste spulletjes werden weer ingepakt want we vertrokken we naar de laatste slaapplaats van onze reis; guesthouse “The Giggling Tree”. We hoefden pas om 12 uur uit te checken dus deden we rustig aan. Eerst nog eventjes lekker douchen voordat we rond half elf uitcheckten en onze spullen nog even achterlieten bij het hotel.


Nog een laatste wandeling door het centrum van Yangshuo.

We besloten nog een rondje door Yangshuo te lopen voordat we naar ons guesthouse zouden gaan. Bij een zijstraat van de West-street hadden we een verlaat ontbijt of vroege lunch. We bestelden een aantal sandwiches en lieten het ons goed smaken. Het was weer goed zweten en we besloten om terug te lopen naar het hotel om onze spullen op te halen en door te reizen naar de Giggling Tree. We vroegen in het hotel om een taxi maar de prijs die ze vroegen was belachelijk hoog namelijk 60 yuan. Op de website van Giggling Tree hadden we gelezen dat het maar 30 yuan moest zijn en daarom besloten we om te voet het centrum uit te lopen en daar een taxi te nemen.


Aangekomen na een “hobbelige” rit.

Het was even goed verdelen want het is toch Ronac in het draagstel, twee grote rugzakken en twee kleine rugzakken wat we mee moesten nemen. Natuurlijk was het ook flink zweten met de bepakking en we hadden ook nog pech want we zagen nergens taxi’s. Uiteindelijk wisten we een 3 wielig voertuig (soort brommer met aanhangbak) aan te houden en met behulp van de mobiele telefoon uit te leggen waar we naar toe moesten. We kwamen een bedrag van 30 yuan overeen en moesten vervolgens onze bagage en onszelf in de laadbak proppen. Het werd een hobbelige rit en echt fijn zaten we niet maar de chauffeur bracht ons keurig netjes bij onze eindbestemming. Voor alle moeite gaven we de chauffeur 40 yuan en hij was hier erg blij mee.


De Giggling Tree ligt op het Chinese platteland, 5 kilometer buiten Yangshuo in het dorp Aishanmen. Het guesthouse bestaat uit oude traditionele boerenhuizen die verbouwd zijn tot hoofdgebouw met kamers en de kleinere gebouwen o.a. de stallen tot restaurant, keuken en loungeruimte etc. We bereikten de binnenplaats met receptie via een typisch Chinese maanpoort. We checkten in en kregen een kamer op de begane grond. De gebouwen en kamers zijn gebouwd met adoben, dit zijn gele zongedroogde kleistenen en deze houden de kamers redelijk koel. De kamer was vrij basic maar zeer ruim van opzet en we voelen ons meteen thuis.


Onze kamer in de “giggling tree”

We besloten om deze middag lekker te gaan zwemmen in de nabij gelegen Yu Long rivier (Drakenrivier). Yulong’ betekent ‘ontmoeting met de draak’, een naam die het kreeg vanwege de zeer spectaculaire en attractieve landschappen langs de rivier. We verlieten het guesthouse en liepen over een pad tussen de rijstvelden en akkers door in de richting van de rivier.


Op zoek naar de rvier.

We kwamen bij een aanlegsteiger voor bamboevlotjes en werden daar weer lastig gevallen door opdringende personen voor een tochtje over de rivier. Het “bamboo-boat, bamboo-boat” hoor je echt overal. Of je nu beleefd of onbeleefd bent, het antwoord “no” lijken ze hier niet te kunnen of willen begrijpen. Op deze plaats was echter geen zwemmogelijkheid te bekennen.

Een vriendelijke vrouw vertelde ons dat we een stukje terug moesten en door het veld moesten lopen. Even later waren we op de goede plaats en konden we een verfrissende duik nemen. We verwachtten een koele duik maar het water bleek gewoon warm te zijn. De kinderen amuseerden zich prima en het was goed toeven langs de Yu Long rivier. We gingen een paar uur later terug naar de giggling tree en namen daar even een lekkere douche, deze was na 10 minuten wel koud! Niet zo erg met al die hitte hier.


Zwemmen in de rivier.

We gingen daarna op het terras voor het complex zitten en bestelden iets te eten. Het restaurant heeft een zeer uitgebreide kaart met Chinese en Westerse gerechten. Het guesthouse is van Nederlandse eigenaren en daarom staan er op de menukaart ook wat gerechten met een Nederlands tintje. Zo kun je appeltaart, hutspot en een patatje oorlog bestellen, grappig. Keyro ging voor het patatje oorlog, Ralph nam de surprise beef en ik nam de giggling duck. We genoten van het heerlijke eten en de rust.


Patatje oorlog in China, gekker moet het worden…

Vanaf het terras keek je zo uit over de akkers en rijstvelden. De zon ging langzaam onder en kaarsjes werden op tafel gezet zodat we nog konden zien wat we aan het eten waren. De kinderen legden we rond 20:30 uur in bed en zelf gingen we daarna op de binnenplaats zitten vlakbij onze kamer. We maakten kennis met de eigenaresse Paulien. Samen met haar man Karst (hoe toepasselijk kan het zijn?) en zoon Pelle woont ze hier al een tijd. Paulien en Karst zijn jeugdwelzijnswerkers en hebben een tijd de wereld rond gereisd voordat ze zich hier settelden. In 2006 kochten ze het complex van de 27 eigenaren en verbouwden ze het binnen een jaar tot dat wat het nu is. We dronken nog lekker wat en zochten daarna ook ons bedje op


Binnenplaats van de giggling tree.

We sliepen vandaag redelijk uit en we waren zo rond 9:00uur wakker. De laatste spulletjes werden weer ingepakt want we vertrokken we naar de laatste slaapplaats van onze reis; guesthouse “The Giggling Tree”. We hoefden pas om 12 uur uit te checken dus deden we rustig aan. Eerst nog eventjes lekker douchen voordat we rond half elf uitcheckten en onze spullen nog even achterlieten bij het hotel.

Kunming – Guillin – Yangshuo (dag 16)

Vandaag alweer een redelijke reisdag al hebben we het ons zelf erg makkelijk gemaakt om de kinderen en ons zelf een beetje te ontzien. Gelukkig gisteravond per mail nog een hotel kunnen boeken. Ook scheelt ons dat weer wat uitzoekwerk op het vliegveld met mogelijk vermoeide kinderen. Ook hadden we er een pick-up service bij geboekt, niet goedkoop met 280Y (ca. 30€) maar aangezien het ook om 100km ging, viel het nog wel mee.

Het alternatief met de bus was ook veel lastiger omdat we dan waarschijnlijk eerst richting Guillin zouden moeten reizen (30km) en vandaar uit naar Yangshuo. We vertrokken vanmorgen al vroeg. Om 6:30uur stapten we de taxi in met twee slaperige kindertjes. Gelukkig was Ronac niet meer wakker geworden vannacht zodat we toch nog redelijk uitgeslapen vetrokken. De taxirit duurde niet zo lang, nog geen kwartier. Het vliegveld van Kunming bleek erg dicht bij ons hotel te liggen.


Met een klein vliegtuigje op weg naar Guillin.

Op het vliegveld hadden we een onaangename verrassing. Ons vliegtuig stond op het scherm voor 7:20 uur in plaats van 8:20 uur! We hadden dus nog maar een half uurtje om in het vliegtuig te komen. Via een extra check-in balie konden we in ieder geval snel inchecken waarna we ons haastten naar de paspoortcontrole, beveiliging en gate. Ik checkte eventjes de boarding passen tot hoe laat we konden boarden en zag dat er gewoon 7:50 uur op stond, oef! De borden bij de check-in balies gaven blijkbaar de verkeerde tijd aan en dus er was niets aan het handje.

Geheel relaxt met een zee van tijd liepen we gladjes door de beveiliging en liepen door naar de juiste gate waar nog vrijwel niemand zat. Ronac kreeg nog een schone luier want er hing een verdacht luchtje aan hem. Het boarden ging ook precies op tijd al zaten er maar erg weinig mensen in de bus die ons naar het vliegtuig bracht. We bleken in een heel klein vliegtuigje naar Guillin te vliegen. We zaten op plaats 12A,C,D en dit was helemaal achter in het vliegtuig.


Ronac kreeg een lekkere vrucht in het vliegtuig.

Na het opstijgen begonnen we al snel weer te landen voor een tussenstop op één of ander militair vliegveldje bij Baise. Hier werden wat passagiers uitgelaten en moesten wij eventjes wachten in de transferhal. Ronac kreeg weer alle aandacht en samen keken ze naar de opstijgende straaljagers, wat een herrie zeg! Al snel vlogen we door richting Guillin, ook weer een klein stukje. We kregen nog een broodje en water, alweer goede service ook op korte vluchten. Keyro sjanste de hele vlucht met de stewardess die helemaal achter in het vliegtuig zat achter ons. Ronac zette zijn “smeeksmoel” weer op en kreeg het voor elkaar om een half zakje pindas te bemachtigen en een lekkere vrucht waar hij van smikkelde.

Geheel volgens planning landden we op het vliegveld van Guillin en onze rugzakken kwamen ook al spoedig van de band afrollen. Na de laatste controle stond onze chauffeur al klaar met een bordje “ Welcome Vanessa, Ralph, Keyro & Ronac”. We reden in de taxi vlotjes via de tolweg naar ons hotel, het Riverview hotel”. Door een steeds mooier wordend landschap waren we binnen anderhalf uur op onze bestemming.

In het RiverView Hotel waren twee kamers beschikbaar, degene die we gereserveerd hadden of een iets duurdere maar ruimere kamer. Voor de extra 50Y (iets meer dan 5€) kozen we voor de ruimere kamer met een prachtig terras en uitzicht over het gebied (en een stukje van de rivier zoals de naam van het hotel beloofd).


Eventjes relaxen in het bloedhete Yangshuo.

Ronac was de laatste tien minuten van de rit in slaap gevallen en voordat we het centrum gingen verkennen hebben we maar meteen eventjes op bed gelegd. Keyro ging lekker achter de mega grote televisie zitten en genoot van gewelddadig kungfu films. Blijkbaar horen die bij de Chinese opvoeding want ze worden de hele dag door getoond. Ook Vanessa doezelde eventjes weg zodat er eindelijk eventjes tijd was om iets te schrijven. Op het balkon was het super warm, wat een verschil met Dalí en Kunming waar aangenamere temperaturen waren. Hier is het vooral erg benauwd, ik schat zo’n 32 graden maar het voelt meer als 40 graden.


Room with a view.

Ronac sliep meer dan twee uur en haalde dus het vroege opstaan enigszins in. Heel vaak slaapt hij hier niet meer overdag en ik ben benieuwd hoe dat strakjes thuis weer gaat. Keyro en Vanessa speelden nog een potje kaart op het balkon tot Ronac wakker was. Nadat Ronac weer wakker was, besloten we het dorpje een beetje te gaan verkennen, wel op het gemakje vanwege de enorme benauwdheid.
Eerst aten we nog een hapje bij het restaurant in het hotel. Het restaurant serveerde zowel Aziatische als Westerse maaltijden. Vanessa nam de Sichuan style chicken, ik nam fried noodles en Keyro nam pasta met kaas en bacon. Keyro at bijna niets want zijn bord pasta bleef maar “warm”. We konden helaas, net als overal, vooral achter Ronac aanrennen. Het mannetje heeft zoveel energie als hij wakker is en zit helaas nooit stil. Jammer dat ze de kinderstoel nog niet hebben uitgevonden in China.


Li rivier en het karstgebergte.

Het hotel ligt centraal in “downtown” Yangshuo met aan de overkant van de straat de Li rivier en een paar honderd meter van Xie Jie (West street) verwijderd. Yangshuo ligt in het noordoosten van de provincie van Guangxi en is een stad aan de Li rivier. De stad wordt vrijwel geheel ingesloten door de rivier en omliggende karstbergen. Tussen het prachtige landschap van de karstbergen stroomt de Li rivier. We liepen daarom als eerst naar beneden waar we over de kade langs de Li rivier konden lopen.

Er lagen een aantal grote rotsen waar je op kon lopen en dat was voor Keyro natuurlijk erg spannend. Het uitzicht hier was ook weer schitterend en we maakten heel wat foto’s. Ronac was alweer snel aan het sjansen met een meisje met een waterpistool. Voordat we het wisten zaten zowel Ronac als Keyro in het water van de rivier te spetteren. Keyro viel zelfs nog om in het water, mooi want veel schone kleren hebben we niet meer voor hem.
Wat ook opvalt, is dat het hier ontzettend toeristisch is, toegegeven, het dorpje ligt idyllisch en de omgeving is prachtig, maar het authentieke China kun je hier niet meer vinden. Alleen maar souvenirwinkeltjes met rotzooi, Westerse eettentjes, vervelende verkopers die je een vlottocht of iets anders willen aanbieden en na een simpel “nee” toch nog achter je aan blijven lopen. Heel vervelend allemaal.


Springen over de rotsen.

We kochten nog voor veel te veel geld wat druifjes van een vrouwtje en liepen met een natte Keyro terug naar ons hotel om ons op te frissen. Aangezien ons geld ver op was moesten we op zoek naar een ATM (pin automaat). We liepen in de richting van West street (Xie Jie) de oudste straat in Yangshuo en de met marmer geplaveide hoofdweg van de stad. Het aantal buitenlanders in de straat leek het aantal Chinezen in de straat ruimschoots te overtreffen, waardoor West Street door de lokale bewoners ook wel wordt aangeduid als de ‘Buitenlandersstraat’.

Je vindt hier alleen maar souvenirwinkeltjes, cafés en restaurantjes. In dit “Las Vegas”achtige gedeelte van China dachten we wel snel een bank te vinden maar dat viel aardig tegen. Keyro was moe en wilde eigenlijk alleen nog maar een ijsje en naar bed. Bij het “Tourist Office” bleek iemand te zitten die geen Engels sprak, erg handig, maar gelukkig konden we na wat rondvragen toch nog een geldautomaat vinden buiten het toeristische centrum.

Met onze gevulde portemonaie kochten we nog wat broodjes voor het ontbijt morgen. Op de terugweg naar het hotel gingen we op zoek naar een supermarkt. De luiers voor Ronac zijn eindelijk bijna op. Het gaat hier niet hard met luiers, waarschijnlijk omdat hij veel vocht uitzweet en minder poept dan thuis. Toch gaan we het net niet redden dus probeerden we hier wat luiers te vinden. In de supermarkt bleek dat kinderen in China vanaf 13Kg geen luier meer nodig hebben want dit is de grootste maat. Het zal erom spannen of ze gaan passen want Ronac weegt nu net 13Kg maar we kochten toch maar een pak.


West street, beetje te “westers” voor ons.

Keyro kreeg nog zijn beloofde ijsje en smikkelend kwamen we terug in ons hotel. We besloten toch nog maar wat te gaan eten en bestelden een bord spaghetti bolognese en een bord Sweet & Sour Beef. De spaghetti kwam al snel en Ronac en Keyro aten hem bijna samen helemaal op. Ronac genoot nog van de dansende Chinezen aan de overkant van de straat en Keyro maakt een mooie kleurplaat, ideaal die stiften die we meegenomen hebben.
Vanessa nam Ronac eerst mee naar boven zodat hij rustig kon gaan slapen en ik bleef nog even met Keyro op het terras zitten. Toen we boven kwamen sliep Ronac net en Keyro mocht zoals beloofd nog eventjes op het balkon zitten. Met een klein protest ging hij toch even later samen met mij naar bed terwijl Vanessa nog wat schreef op het balkon.

Kunming, Stenenwoud (dag 15)

Na een snel Aziatisch ontbijt (noodles, rijst etc.) vertrokken we om 9:00 uur met nog twee andere stellen (Zwitsers) richting Shilin. We hadden gisteravond nog een excursie naar het Stenen Woud geregeld via een reisbureautje in het hotel. Het bleef bij ons en de twee Zwitserse koppels dus het mini busje kon meteen door rijden zonder anderen op te halen.

We reden door de miljoenenstad richting de ringweg. De afgelopen vijf jaar is er in Kunming veel veranderd. Er zijn en worden nog steeds nieuwe straten aangelegd, er komt een metro en er zijn veel hoge flatgebouwen. Toch is er in Kunming genoeg te zien. Helaas hebben wij geen tijd om de parken,het Cui Hu meer, markten en de vele winkelcentra te bekijken. Wij hebben gekozen om naar Shilin te gaan volgens de reisgidsen een “must see”. Shilin ligt ongeveer 120 kilometer ten zuidoosten van Kunming. De tocht ging vrij vlot door de nieuw aangelegde snelweg en binnen ongeveer 1 ½ uur kwamen we aan bij het nationaal park.

Meteen bij aankomst zagen we al wat een gigantische toeristentrekpleister Shilin is. Overal touringbussen, taxi’s, minivans, een grote parkeerplaats met slagbomen, veel restaurantjes, winkeltjes en duizenden, vooral Chinese, toeristen en een behoorlijke rij voor de ticket office. Ik sloot met Ronac op mijn rug aan in de rij aan terwijl Vanessa met Keyro in de schaduw eventjes wachtte. De rijen gingen, zoals al vaker in China, redelijk snel. Eén van de Zwitsers uit onze bus stond al vrij snel vooraan en bood aan de tickets voor ons te kopen, zo ging het opeens wel heel erg snel.


Keyro klimt door het stenen woud.

Het stenen woud oftewel het “Stone Forest” is een prachtig natuurgebied en valt onder de Unesco World Heritage Sites. Het Stenen Woud bestaat uit grote formaties kalksteenrotsen en lijken soms op versteende bomen, ze zijn al meer dan 200 miljoen jaar oud. Door erosie is de lossere grond er omheen verdwenen.

We hebben eerst het hoofdpad een stuk afgelopen. Het is net een drukke kermis van in megafoontjes tetterende gidsen en van Chinezen die met fototoestellen achter hun gidsen aan liepen. Uiteindelijk verlieten we de paden, keurige gazons en bloemperkjes en zijn we naar het ongerepte middengedeelte uitgeweken.


Eventjes uitrusten midden in het “bos”.

Dat was echt mooi, trap op en trap af langs en door hele smalle spleten en spelonken. Vaak alleen en soms achter een klein groepje met gids aan. We hebben zo ongeveer 1 ½ uur rondgelopen, onder en langs imposante rotsformaties. We zijn niet echt verdwaald maar werden wel enorm in de war gebracht. Je kunt je namelijk nergens op oriënteren.


Soms werden de gangetjes wel heel smalletjes…


En moest Ronac eventjes zelf klauteren…

Toen we het woud uitliepen keken we even bij een optreden van de Sani. De Sani zijn een minderheid die in deze regio wonen. Iedere piek in het woud wordt door hun wel verbonden aan een legende. Ook hier kon je je verkleden in de traditionele Sani kleding en Keyro wilde omgetoverd worden tot echte Sani-krijger met zwaard. Voor 10 yuan kreeg hij een leuk pak aan en konden we hem fotograferen voor de pieken van de vreemd gevormde rotsen.

We liepen terug naar de uitgang en aten daar een heerlijke fried rice (gebakken rijst) bij een lokaal restaurantje. De minibus bracht ons weer terug naar het hotel waar we rond 17:00 uur aankwamen. ’s Avonds zijn we gaan eten bij een soort Ierse pub, lekker dichtbij en makkelijk bestellen.

Ralph bestelde pikante octopus, Keyro een hamburger met frietjes en ik nam een farfalle met champignon roomsaus. Als voorafje hadden we bruchetta maar wel met een Aziatische twist er zat namelijk erg veel rode peper doorheen. We waren rond 20:00 uur terug op de kamer en legden direct de kinderen in bed.

We moesten nog een hotel regelen in Yangshuo voor één nacht omdat we een dag eerder arriveerden dan gepland. Het lukte niet om vanaf de kamer naar buiten te bellen en daarom probeerden we het maar via de mail. We mailden rond 21:30 uur naar twee hotels met het verzoek om ons voor 23:00 uur dezelfde avond nog iets te laten weten of er een kamer beschikbaar was.

Voor mij een beetje stressen omdat ik het liever geregeld heb als we morgenochtend vroeg in Guillin aankomen. Gelukkig hadden we binnen een uur bericht terug van het RiverView hotel dat ze een kamer voor ons hadden. Ze konden ook nog een airport-taxi voor ons regelen dus dat was helemaal goed. Lang leve internet! Uiteindelijk kon ik toch met een gerust hart gaan slapen.

Dalí naar Kunming (dag 14)


Een laatste ontbijtje in Dali.

Alweer een dagje met wat reizen vandaag. We verlaten Dalí en gaan per bus terug naar Kunming waar we met wat moeite nog een hotel konden vinden voor twee nachtjes. We hadden een pickup geregeld die ons om 10:00uur kwam oppikken. Nadat we het ontbijt op het terras hadden genomen werden we stipt op tijd opgepikt. Het busje werd flink volgeladen en we kwamen net op tijd (10:45uur) aan op het busstation. Hier hadden we nog eventjes een stresssituatie toen we een rugzak misten na de beveiliging. Hij beek te nog in het röntgenapparaat te hangen dus er was gelukkig niets aan de hand.

De bus was wat luxer als de heenreis met zelfs een toilet aan boord waar Keyro handig gebruikt van maakte. De nintendo bleek weer goud waard voor Keyro die we de hele rit (vier en een half uur) niet hoorde. Ronac werd bezig gehouden door een meisje dat voor hem zat en kreeg van iedereen weer van alles te eten. Natuurlijk zei hij nergens nee tegen maar een groen ei dat hij van iemand kreeg hebben we hem maar afgepakt.

Aangekomen was het weer eventjes zoeken naar een taxi die zijn meter aan wilde doen, een paar meter doorlopen doet wonderen en al snel vonden we een taxi die ons naar het hotel kon brengen. Toch weer een behoorlijke rit door het drukke verkeer van Kunming, een relatief kleine stad voor China maar met 1,1 miljoen inwoners toch nog groter als Amsterdam.

De kamer in het Cameliahotel bleek redelijk, in ieder geval erg ruim. We krijgen een flinke korting en betaalden voor de twee nachten zo’n 440Y. Het is een redelijk groot hotel, niet echt waar we van houden maar oor twee nachtjes prima.
We boekten een tour naar het Stenen Woud voor morgen bij een reisbureautje in het hotel en gingen op zoek naar een restaurant. Bleek niet eenvoudig, ondanks het redelijk internationale karakter van het hotel vonden we niet zo snel een restaurant waar we dachten eenvoudig iets te kunnen bestellen.


Hotpot in Kunming.

We kwamen uiteindelijk weer uit bij ons hotel omdat Keyro te moe was om nog verder te lopen. Naïef als we waren dachten we hier wel wat Engelstalig personeel te vinden maar niets bleek minder waar. Met het woordenboekje kwamen we uit bij een gedeelte waar je hotpot kon eten. Achteraf ontzettend leuk. Het lijkt een beetje op fondue. In een grote pan met wat bouillon op tafel warm gehouden door een vuurtje stop je zaken als vlees, vis, groenten, noodles of andere vreemde zaken.

Het personeel was ontzettend behulpzaam, op een gegeven moment stonden ze met vier man om ons heen om ons te helpen. Het lukte ons om een biertje en wat sinaasappelsap te bestellen. Het eten was heerlijk maar omdat Ronac weer niet te houden was liepen we constant achter hem aan. Een fooi voor de vele moeite werd zelfs geweigerd. Terug op de kamer kregen we Ronac niet in slaap zodat we geen hotel meer konden regelen voor Guillin, dat moeten we morgen dan maar doen.

Dalí, Downtown en Cang Shan gebergte (dag 13)


Straatbeeld van Dali, historisch centrum.

Na een moeizame start begonnen we onze dag in het centrum van het oude Dalí. We liepen over de oude stadsmuur en zagen één van de drie mooie poorten. Deze poort gaf toegang tot de hoofdstraat in het centrum. Binnen de muren zijn diverse leuke straatjes waar gemotoriseerde voertuigen niet mogen komen.

Dalí is geliefd bij rugzaktoeristen en dit is te zien aan de vele restaurantjes, bars en winkeltjes. We liepen door de Huguo Lu die zelfs de “buitenlanders straat “(Yangren Jie) wordt genoemd. Na de overdosis souvenirwinkeltjes liepen we een klein park in waar een Chinees orkestje aan het repeteren was. Terwijl ik bleef staan luisteren, liep Ralph met de kinderen naar de gymnastiek apparaten en konden zij zich even uitleven.


Wandeling door het centrum.

We namen daarna bij de straat een taxi naar, wat we hoopten, het begin van de kabelbaan (de hoogst gelegen ter wereld). De stoeltjeslift ging over een oud Chinees kerkhof en bracht ons in 25 minuten naar 3000 meter hoogte. Vanaf het Cang Sha gebergte hadden we uitzicht over Dalí en het Erhai meer. Helaas was het bewolkt en konden we niet al te ver kijken. We maakten een wandeling van twee kilometer naar een Tao-grot. Van de grot was geen spoor te bekennen alleen een verwijzing naar twee andere grotten een paar kilometer verderop. We besloten om terug te lopen en onderweg te rusten bij een picknickplaats.


In de kabelbaan omhoog naar het Cang Sha gebergte

Toch knap hoe de Chinezen het voor elkaar krijgen om op 3000 meter hoogte, tegen een steile bergwand, een wandelpad aan te leggen. We keken nog even bij de oude Boeddhistische Zhonghétempel en besloten om nog wat te eten. Er was welgeteld één gebouwtje met keuken en het had een paar dingen op de geïmproviseerde Engelse menukaart.


Prachtige wandeling op hoogte.

We bestelden twee gerechten fried rice en fried noodles. Het bleek het lekkerste eten te zijn wat we tot nu toe hebben gegeten. Wat kan een eenvoud aan smaken toch heerlijk zijn. De kinderen aten ook of ze drie dagen niet hadden gegeten.


Heerlijke maaltijd op de berg.

Na deze late lunch namen we de kabelbaan terug naar beneden. Beneden aangekomen namen we een soort van tuktuk naar ons hotel. De chauffeur wist echter niet waar het was en zette ons ergens buiten de ommuurde stad eruit. We betaalden hem dus de helft van het afgesproken bedrag waar hij direct akkoord mee ging. We liepen nog even het oude centrum in en liepen langs winkeltjes waar je allerlei dingen kon kopen om te eten. Niet de doorsnee dingen maar slangen, padden, kreeftjes, rare paddenstoelen enzovoort.


Culinaire uitdaging.

Keyro en ik keken er aandachtig naar maar Keyro vond het toch geen goed idee om vanavond slang of pad te eten. Jammer, hummm, nee niet echt. Het was al weer laat voordat we terug waren in het hotel en daarom besloten we om toch maar weer bij Jim’s te eten (Yakgoulash en sweet en sour chicken) en niet naar het centrum te gaan. We raakten nog even in gesprek met een Nederlands koppel en hun geadopteerde Chinese dochter. Je komt hier toch veel mensen tegen die een zogenaamde “roots” reis maken met geadopteerde kinderen.


Weer een alternatief voor de taxi.

’s Avonds pakten wij de spullen weer in want morgen gaan we de mooie omgeving van Dalí verlaten en ruilen we deze kleine miljoenenstad in voor de grote miljoenenstad Kunming. We probeerden een hotel te regelen voor morgen maar dat ging minder makkelijk dan verwacht. Ralph belde het Camelia hotel en kreeg te horen dat de grotere kamers allemaal vol zaten en er alleen nog maar tweepersoonskamers beschikbaar waren.

We gingen weer verder zoeken op internet maar veel hotels bleken vol te zitten. Een uur later besloten we toch nog een keer het Camelia hotel te bellen en te vragen of we dan een tweepersoonskamer konden boeken.Deze keer belde ik en de dame die redelijk Engels sprak had een familiekamer voor ons beschikbaar? We snapten er niets meer van. Ik reserveerde de kamer voor 2 nachten en we zouden morgen bij aankomst wel zien wat ze beschikbaar zouden hebben.

Dalí, Markt, rijstterassen en Yi volk (dag 12)

We waren vandaag op tijd op voor het ontbijt en een excursie die we hadden geboekt. In eerste instantie zouden we om 9.15 uur vertrekken maar gisterochtend was dit 12.00 uur geworden en vanochtend hoorden we dat het weer verzet was naar 10.30 uur.

De minibus die ons tijdens de excursie zou vervoeren moest nog uit Kunming komen en ze wisten niet precies hoe laat hij in Dalí zou zijn. Voor Keyro en Ronac was het niet erg want zij vermaakten zich met July (de dochter van Jim) in de zandbak. Ze gingen samen een hotel van zand en baksteen maken. July moest het hotel alleen afmaken want om 10.30 uur stond de minibus klaar.


Keyro bouwt een hotel met July.

Samen met een Italiaans koppel maakten wij deze excursie naar de Moslim markt en naar de Yi minderheden. Yunnan is een van de meest exotische provincies van China. Met een blik op de landkaart zie je direct waarom. De provincie grenst in het westen aan Birma, in het zuiden aan Vietnam en Laos en in het noorden aan Tibet. Het is een bergachtig gebied waar diverse etnische groepen wonen, door de Chinese regering aangeduid als ‘minderheden’. Elk met eigen klederdracht en een eigen dialect of taal.

We reden Dalí uit en namen de weg richting Lijiang door de bergen. Na ongeveer een uur rijden gingen we de hoofdweg af en kwamen we bij een klein dorpje waar de Moslim markt was. Voor het marktplein was het een drukte met fietstaxi’s, gemotoriseerde voertuigen, tuktuk’s en paard en wagens. We baanden ons een weg er tussendoor en kwamen uiteindelijk uit op de markt.


Struinen over de kleurrijke markt.

De markt bleek te bestaan uit verschillende delen. Het eerste kwamen we langs het gedeelte waar vooral kippen en vogels te koop werden aangeboden. Ze waren verkrijgbaar in alle soorten en maten. Het volgende gedeelte leidde ons door de verscheidenheid aan groenten en fruit die men hier in China heeft. Keyro benoemde alle bekende soorten maar we zagen ontzettend veel nieuwe waarvan we de naam niet wisten. Van de groenten kwamen we uit bij het grote vee zoals paarden, varkens en koeien. Andere zaken die ook op de markt werden verkocht waren: schoeisel, potten, pannen, tabak, snoep, vlees, specerijen, kruiden, bamboemanden en nog veel meer om op te noemen.

Opvallend waren de Yi- vrouwen die in hun kleurige kleding hun inkopen deden op de markt. Het Yi-volk is één van de grootste minderheidsgroepen in Yunnan maar minder bekend omdat ze vaak in de bergen wonen. Ze komen meestal alleen naar de drukkere lager gelegen gebieden voor markten en festivals. De Yi-vrouwen dragen traditionele kleurrijke zelfgemaakte kleding.


Prachtige traditionele klederdracht.

De jongere ongetrouwde vrouwen dragen een hoofdtooi van bloemen. Ook zagen we andere volken die in dit gebied wonen: de Chinese moslims en de Han Chinese boeren die met hun waren van en naar de markt kuieren. Op de markt kon je bij de naaister ook je kleding laten maken of verstellen. Ook was het mogelijk je te laten scheren of de haren te laten knippen.


Wijze mannen op de markt.

Na de drukke en warme markt gingen we lunchen in een klein nabij gelegen moslimdorpje. Het eten was lekker (o.a. gestoofde aubergine, sojabonen, prei, twee soorten vlees en rijst) alleen was het jammer dat we continu lastig werden gevallen door de vele vliegen die er rond circuleerden.


En natuurlijk weer een heerlijke lunch.

We bezochten in dit dorp ook nog de plaatselijke moskee waar de lokale mannen net aankwamen voor het middaggebed. Keyro viel nog bijna van de trap en had groot verdriet. Met de minibus reden we verder naar een lokale Boeddhistische tempel die verscholen ligt in de velden. Een rustige plek met helemaal geen toeristen. In de hoofdtempel zagen we honderden beelden van arhats, de eerste volgelingen van Boeddha die de verlichting bereikten. Ze zagen er raar uit met hun lange benen, armen en wenkbrauwen. We liepen door de hoofdtempel verder naar achter het complex in en kwamen bij ruimten waar mensen aan het koken waren, gebedsvlaggetjes zaten te schrijven of gewoon een spelletje mahjong of kaart speelden. Het begon flink te regenen en te onweren en we werden gastvrij ontvangen om erbij te komen zitten.


Prachtige Boeddhistische tempel.

Van een perenboom op de binnenplaats brak een tak af en al snel werden de peren verzameld om op te eten. De kinderen smulden er goed van. Keyro had een nieuwe vriend gevonden in onze gids en chauffeur en week vanaf dat moment bijna geen moment meer van zijn zijde. Onze gids van wie we de naam helaas niet meer weten, sprak nauwelijks Engels maar wist ons met gebarentaal goed duidelijk te maken wat hij bedoelde en wilde vertellen.

Nadat de regen ophield reden we naar een soort museum Ma Bu Ji courtyard. We zagen prachtig houtsnijwerk en onze gids opende gesloten deuren voor ons. We mochten werkelijk overal kijken. We gingen ook naar de tweede etage en daar vandaan hadden we een prachtig uitzicht over de omgeving. In het gedeelte ter nagedachtenis van de paardenkaravanen kregen wij een demonstratie te zien van een lokale oude man. Hij verkleedde zich in de traditionele kledij en poseerde vol trots voor de camera, wat een geweldig oud mannetje!


Ook in China blijken ze echte cowboys te hebben.

Onze gids vertelde ons dat hier vroeger de internationale thee-route (Zijderoute) langs kwam. Paardenkaravanen vervoerden het groene goud naar Tibet, Nepal, Birma, Laos en Vietnam. De paarden droegen bellen om de nek en aan het rinkelen van het soort bel kon je horen welke goederen ze bij zich hadden. Zo was de bel voor thee anders dan die voor bijvoorbeeld porselein of zijde.


Onze gids was Keyro’s grote vriend.

We reden met de minibus een stukje verder en eindigden onze dag bij een Yi dorp dat midden in de rijstvelden ligt. De wandeling naar het dorp voerde ons langs mooie rijstterrassen waar Yi mannen en vrouwen aan het werk waren. We ontmoetten onderweg een Yi vrouw van 85 jaar! Ze wilde helaas niet poseren voor een foto want ze vond dat ze er niet mooi genoeg meer uit zag.


Yi dorpelingen midden in de rijstvelden.

In het dorp ontmoetten wij enkele Yi vrouwen met hun kinderen. Keyro greep deze kans en speelde verstoppertje, deurwachter en kiekeboe met de kinderen. De kinderen hadden grote lol en gingen steeds gekker doen. Na een tijdje liepen we door en kwamen we langs een man die bezig was om een huis van leem te maken. Zijn vrouw kwam ook nog even kijken en schaamde zich dat ze op de foto ging in haar “oude” kleding. Op de terugweg rende Keyro als een kievit over het pad terug naar de minibus.


Werken op de rijstvelden.

Binnen een uur waren we weer terug bij Jim’s Tibetan Hotel. Inmiddels was het 19:00 uur en besloten we om maar meteen te gaan eten. Het was een stuk drukker in het hotel en al snel bleek dat er een groep Nederlanders was aangekomen. In de keuken was het ook drukker en het duurde langer dan de andere dagen om eten te bestellen. Er was binnen geen plaats en daarom aten we lekker aan een tafeltje in de tuin. Ralph had de vegetarische Tibetaanse goulash, Keyro had frietjes met een hamburger en ik had de Fried Noodles met beef. Ronac was uitgeput van de geweldige dag en viel meteen in slaap toen we hem in bed hadden gelegd. Met Keyro speelden we nog een potje kaarten (pesten) en hij begint het aardig te leren.


Keyro wilde iedere avond een potje kaarten.