Vandaag hoefden we een dag niet te rijden en bleven we in San Cristóbal. We zaten rond de klok van 8:30 uur aan het ontbijt waar ik weer lekker fruit en wat stukjes brood kreeg. Na het ontbijt gingen we naar buiten om het centrum van San Cristóbal te verkennen.

Kathedraal in San Christóbal de las casas.
De stad San Cristóbal werd in 1528 gesticht door Diego de Mazariegos. Voorheen was het de hoofdstad van de staat Chiapas maar door onder andere de economische groei raakte San Cristóbal deze functie kwijt aan de stad Tuxtla. De toevoeging “de las Casas” is een soort van eerbetoon aan geestelijke en voorvechter van rechten voor de indiaanse bevolking: Bartolomé de las Casas.
Een groot deel van de inwoners bestaat uit de Tzotzil maya met hun eigen cultuur en tradities. In het straatbeeld zie je dit veel terug komen. Het uiterlijk en kleding van de mensen was hier duidelijk anders dan in de andere plaatsen die we tot nu toe bezocht hebben. De ene vrouw ziet er nog mooier uit dan de andere in prachtige gekleurde Maya kleding en het haar in lange vlechten.

Uitzicht over San Christóbal de las casas.
We begonnen onze verkenningstocht in het historische centrum. We liepen door straatjes met keien, langs koloniale gebouwen, pleinen en kerken. Om de hoek van het hotel lag het Plaza 31 de Mayo met het Palacio Municipal (stadhuis) en de kathedraal. We liepen de hoek om en kwamen op het plein voor de kathedraal. De kathedraal is gebouwd in de 16de eeuw en zag er mooi uit in de rood en gele kleuren. We bezochten ook nog een leuke markt rondom een oud klooster. Hier komen Maya’s uit de omringende bergdorpen naar toe om hun zelfgemaakte kleding, poppetjes, kleedjes, sieraden en andere spullen te verkopen. Zelfs kleine kinderen ((vanaf een jaar of vier) worden al gestimuleerd om spullen te verkopen. Wij kochten bij een meisje van een jaar of zes (schatting) twee handgemaakte poppetjes voor 10 pesos (60 eurocent).

S’middags reden we met de auto naar het nabij gelegen indianendorp San Juan Chamula. In het dorpje staat één van de meest bijzondere kerkjes ter wereld en deze wilden wij gaan bezoeken. San Juan Chamula is een spiritueel en gesloten dorp. Men probeert alle moderne invloeden van buitenaf te weren maar met de vele toeristen die er komen, lijkt mij dit onmogelijk. Mensen willen bij voorkeur niet gefotografeerd worden omdat ze denken dat dit de ziel weg neemt. Om dit te respecteren namen we dan ook geen camera mee.
San Juan Chamula is een hechte gemeenschap en iedereen krijgt er een huis en te eten. De vrouwen houden zich de hele dag bezig met het weven van de klederdracht en de mannen met het vermaken van de goden. Dit doen ze door uitbundige rituelen met muziek, vuurwerk en een hoop geschreeuw. De hele dag door drinken ze coca cola of alcohol en laten ze boeren om hun lichaam te zuiveren van kwade geesten. Het dorp heeft een spirituele leider die elk jaar opnieuw gekozen wordt. Je moet van goede huize komen om spiritueel leider te worden, en vooral geld hebben, om het hele dorp van alcohol, eten, onderdak en van vooral veel rituelen te kunnen voorzien.
We parkeerden de auto net voor het centrale plein en vroegen een paar chicos om op onze auto te letten voor een paar pesos. We liepen door een soort winkelstraat naar het plein waar ook het “tourist office” was gevestigd. Hier moesten we een toegangsbewijs kopen om de kerk in te mogen. Voordat we bij de kerk waren moesten we het plein oversteken en we werden aan alle kanten omringd door kinderen die iets wilden verkopen of als gids wilden fungeren. Voor de ingang werden we nogmaals erop gewezen dat er in de kerk niet gefilmd of gefotografeerd mag worden. We gaven ons kaartje af en gingen stilletjes door de op een kier staande deur naar binnen.
Achter de kleine kerkdeur bleek een magische wereld schuil te gaan. De kerkvloer was bezaaid met een tapijt van dennennaalden en we roken een scherpe geur van (Copal) wierrook en hars. Het hoge houten plafond was zwart geblakerd door de walm van honderden kaarsen die op de vloer en op tafels stonden te branden. Tegen de muren zagen we tientallen grote beelden van rooms-katholieke heiligen die hier als goden vereerd worden. Er waren diverse ceremoniën aan de gang. Mensen waren aan het bidden en prevelden teksten. We liepen rond en bleven even bij een ceremonie staan kijken. Het was niet helemaal duidelijk waarom de mensen aan het bidden waren.
Ik was meer geobsedeerd door de vele brandende kaarsjes en de kip die ze bij zich hadden. Een van de ceremonies kan bijvoorbeeld zijn: stel ze hebben een ziek kind, dan zullen ze door het bidden de ziekte van het kind overdragen naar de kip. De kip wordt vervolgens gedood op een discrete manier. Dus als de kip dood is, is de ziekte ook dood/weg. Vervolgens wordt de kip begraven op de heilige berg, waar niemand van buitenaf mag komen. Aan het einde van de ceremonie wordt alles weer opgeruimd en kan iemand anders aan een nieuwe ceremonie gaan beginnen.
Na enige tijd gingen we weer naar buiten. We liepen nog wat over het marktplein voor de kerk. Helaas werden al veel marktkraampjes afgebroken maar aan aandacht ontbrak het niet. Ik werd door vele vrouwen omhelst, gekust en gezegend met een kruisje op mijn hoofd. Eén vrouw maakte het wel heel erg bont en zoende me wel vijf keer. Ze bleef me maar vast pakken en tegen me praten in het Spaans maar ik verstond er niet veel van. Ik was “hermoso” en leek op mijn mamma vanwege mijn lichte huid. Grappig was het wel, in Nederland zou zoiets in ieder geval nooit gebeuren.

We reden weer terug naar ons hotel in San Cristóbal om daar lekker op de binnenplaats in het zonnetje te zitten. Ik ging lekker even slapen en mamma liep in haar eentje nog naar de Templo de Santo Domingo. Ze moest aardig wat trappen op voor een mooi uitzicht over de stad.
’s Avonds liepen we nog een rondje door het centrum om een leuk restaurantje te vinden. We keken nog eventjes bij een optreden van een echte indiaan met een hele sjieke hoofdtooi van allemaal veren. Het viel ons op dat er heel veel toeristen uit Mexico waren, maar heel weinig uit Europa.

Een echte indiaan.
We gingen eten bij restaurant Tierra Dentro. Ik at brood, Keyro pasta bolognese, mamma fajitas (gevulde maïspannenkoek) en pappa Pollo Mole Poblano. Het gerecht van pappa is typisch voor deze streek en de Mole (dikke saus) wordt bereidt met een bepaald soort peper, fruit, noten, kruiden en chocolade. Toen we terug waren in het hotel lieten pappa en mamma de open haard op de kamer aan maken.
Omdat San Cristóbal op 2300 meter hoogte ligt, koelt het ’s avonds flink af. Gisteravond hadden we het wat fris gehad dus vandaar dat vandaag de open haard maar aan ging. Al snel verdween de kilte en werd het aangenaam warm in de kamer. Lekker soezend bij de open haard vielen we allemaal in diepe slaap.

Lekker bij de open haard.