Wat hebben we heerlijk geslapen in de ksar. Het was zo stil dat we langer sliepen dan de bedoeling was. We hadden ontbijt op het terras. Keyro had slechte zin omdat internet niet goed werkte. Voordat we vertrokken bezochten we nog het museum dat in de ksar gevestigd was. Ik had er ook weinig zin in maar toen we eenmaal binnen waren vond ik het erg interessant. Er was veel te zien in het museum. We zagen veel over hoe de verschillende stammen met elkaar samen leefden in de oase. Er waren verschillende gebruiksvoorwerpen, klederdracht en nog veel meer. We weten niet of we het hele museum bezocht hebben omdat ik ineens heel nodig naar de wc moest.

We checkten uit en deden de bagage in de auto. We hadden een flinke rit voor de boeg. We vervolgden onze route naar de poort van de woestijn, Merzouga. Het is een klein plaatsje aan de rand van de Sahara in de buurt van de Algerijnse grens. Het eerste deel van de route ging over een goede weg en verliep voorspoedig. Het gebied begon al woestijnachtig uit te zien met af en toe groene oases.

Na ongeveer een uur kwamen we in meer bewoonde omgeving en reden we niet harder dan 40 kilometer per uur. We reden dorpje in dorpje uit. Er waren veel controles onderweg. Bij sommigen mochten we doorrijden bij anderen moesten we even stoppen. De agenten waren meer geïnteresseerd in waar we vandaan kwamen en waar we naar toe gingen dan in de autopapieren of het rijbewijs. We kwamen door een klein gehucht waar op een plein een grote markt werd gehouden. We stopten even om de benen te strekken en rond te kijken.

We kwamen vervolgens door de grote stad Erfoud en al snel kwamen we in de buurt van Rissani. Het is de laatste stad voor de woestijn. Tussen Erfoud en Rissani hadden we verschillende musea of verkooppunten gezien van fossielen. We besloten om aan eentje een bezoek te brengen. Er kwam meteen een jongen naar ons toe en hij begon te vertellen over hoeveel fossielen en mineralen er in dit gebied gevonden worden. Het gebied is zeer bekend bij paleontologen en vooral de trilobieten uit deze regio zijn zeer geliefd.
In de harde kalksteen van het Atlasgebergte zijn de fossielen goed bewaard gebleven. Er is een grote diversiteit en er zijn verschillende bijzondere vormen gevonden van Cambrium tot en met het Devoon tijdperk. Trilobieten zijn uitgestorven geleedpotigen die in de zee leefden. Het lichaam van de trilobiet is opgebouwd uit een aantal delen. Het kopschild en staartschild zijn duidelijk te herkennen. Ze zagen er een beetje buitenaards uit. We liepen rond en zagen ook nog vele mineralen. Alles was natuurlijk te koop maar of het allemaal echt was, is en blijft natuurlijk de vraag.

We kochten voor een paar euro een steentje voor onze verzameling en doneerden een klein bedrag voor het behoud van het museum. We stappen weer naar buiten en in onze auto. Gelukkig met airco want het was al flink heet. Na Rissani volgen we de borden naar Merzouga, nog zo’n 35 kilometer te gaan. We rijden door een grindwoestijn met af en toe wat lage zandduinen. Soms zien we hoe de wind het zand opneemt en er kleine zandwervelstormpjes ontstaan. Ons idee van de woestijn en dat het allemaal zand is, klopt dus niet echt.
De woestijn is voor een groot gedeelte zwart gruis met zand eronder. Door de wind zijn de hoge zandduinen bij Erg Chebbi ontstaan. We zagen de rood kleurige duinen al van ver opdoemen in het landschap. We reden het dorp voorbij en zouden ergens naar rechts af moeten slaan maar we zagen geen weg. Degene waar we ons moesten melden voor de woestijntocht had ook geen adres maar alleen GPS coördinaten door gegeven. We reden door maar keerden weer om. Op de plaats waar we af zouden moeten, zagen we in de verte wel een groepje huizen liggen. In het zwarte grind zagen we bandensporen en we besloten om het er op te wagen. We volgden de sporen, reden rustig en kwamen bij het groepje huizen uit.
Bij de eerste mensen die we zagen vroegen we naar Hassan Lhou. De mannen bleken de buren te zijn en wezen ons het eerste huis dat we gepasseerd waren. Hassan kwam al aanlopen en we werden warm ontvangen. De auto konden we achter het huis parkeren en we werden naar de gastenkamer gebracht. We konden hier de spullen achter laten tijdens onze woestijntocht en morgen konden we hier gebruik maken van de douche. Het was nog veel te warm om te vertrekken en we moesten nog wat tijd door zien te komen. We gingen naar het platte dak en hadden daar vandaan uitzicht over het gebied.
We gingen alvast kijken bij de dromedarissen die ons straks de woestijn in zouden brengen. We gaan per dromedaris de woestijn in en niet per kameel. Beide dieren behoren tot de kameelachtigen en ze hebben veel overeenkomsten. Een dromedaris is een een bultige kameel die zijn oorsprong vind in het Midden Oosten. De kameel daarentegen komt oorspronkelijk uit Centraal Azië en komt nog in het wild voor. Beiden worden gebruikt als vervoersmiddel in de woestijn. Ze kunnen goed tegen de warmte en zweten weinig. Ze kunnen wel meer dan 100 kilometer per dag afleggen zonder dat zij onderweg water drinken. We speelden ook nog een paar kaartspellen.

Gelukkig konden we binnen zitten want buiten was het echt bloedheet (35 graden). Tegen 16:00 uur was het tijd en konden we vertrekken. Hassan ging zelf niet mee maar we maakten kennis met Omar de kamelenman. Ik moest als eerste opstappen en zou voorop gaan. Daarna volgde mamma, Keyro en pappa was als laatste. Omar had mijn kameel vast en de rest werd met een touw achter elkaar vastgemaakt zodat ze niet zomaar weg konden. We moesten eerst het stuk naar de weg afleggen. We zagen op de vlakte veel karkassen liggen van dode kamelen. Nadat we de weg hadden overgestoken kwamen we al meteen bij de woestijn en zandduinen.

Er werden in mijn zadeltassen nog wat groenten en voorraad gestopt en toen gingen we echt de woestijn in. Wow, wat vond ik dit prachtig. Ik keek mijn ogen uit en kon er geen genoeg van krijgen. De zandduinen bij Erg Chebbi zijn zo’n 150 meter hoog, 30 km lang en 10 km breed.

De Sahara is de grootste zandwoestijn op aarde. De naam Sahara is afgeleid van het Arabische woord sahra, dat woestijn in algemene zin betekent. De Sahara is zeer droog en er valt maar weinig neerslag per jaar. Niet de hele Sahara bestaat uit de kenmerkende ergs (zandduinen) maar er zijn ook veel rots gebieden.

Hier zagen we voornamelijk rood zand. Het was in totaal ongeveer 1 ½ uur tot we bij het woestijnkamp aan kwamen. Het kamp bestond uit een aantal berbertenten waar we de nacht in zouden doorbrengen. Er waren 5 gastententen, een gezamenlijk tent en een tent voor de kamelenmannen.

Na aankomst waren we vrij om te doen wat we wilden. Pappa en mamma gingen op een board staan en gingen sandboarden de berg af. Echt hard ging het niet. Wij rolden gewoon de zandduinen af en hadden al snel het zand overal zitten.

Na ongeveer een half uur begonnen we te lopen naar de grootste zandduin (Erg) van het gebied. Het was een flinke klim naar boven. We wilden de zonsondergang zien maar helaas. Even voordat de zon zou verdwijnen, schoof er een grote wolk voor. In de schemering rolden we en liepen we terug naar het kamp. Er stond een pot met thee voor ons klaar die we op krukjes voor onze tent opdronken. We kregen gezelschap van een schattig poesje die zelfs voor een langere tijd bij mamma op schoot bleef liggen. We kregen rond 20:00 uur het eten geserveerd in de gezamenlijke ruimte.

Er was nog een Italiaans koppel en een Aziatische vader die Arabisch sprak met twee jonge zoontjes. Aan de laatsten zaten we ons een beetje te ergeren. Eerst haalden ze de poes die rondliep aan en gaven haar wat te eten om haar vervolgens te pesten en weg te jagen. Wij begrepen er helemaal niets van. Het eten was veel en lekker. Salade met rijst en mais vooraf, tajine met kip en groenten en fruit als toetje.

Na het eten waagden we een poging om djembé te spelen. Echt geweldig klonk het niet. Wat later op de avond gingen we nog even bij de kamelenmannen zitten die vannacht in de buitenlucht op een matras zouden slapen. Ze speelden djembé en zongen er bij. Het klonk een stuk beter dan ons getrommel. Het werd steeds donkerder en er kwamen steeds meer sterren tevoorschijn aan de hemel.

Het was bijna volle maan en het werd niet helemaal donker waardoor we minder sterren zagen dan gebruikelijk. Ondanks dat was het toch betoverend mooi. We maakten ons rond 22:00 uur klaar om naar bed te gaan. Morgenochtend worden we op tijd gewekt om de zonsopgang te zien.