Station Hombourg

We maakten vandaag een uitstapje in de buurt. We reden naar het dorp Hombourg en even buiten het dorp bevind zich een voormalig spoorwegstation. Het station Hombourg werd in 1895 gelijktijdig geopend met het deel van lijn 38 dat door het Land van Herve loopt. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het station gevorderd door Adolf Hitler en werd het deel van de Deutsche Reichsbahn.

Dagelijks gingen er zes heen- en terugritten naar het Duitse Aachen. Deze pendeldienst werd in gebruik genomen toen de tunnel tussen Hombourg en Hindel werd vervangen. Het Belgische leger had deze tunnel in 1940 opgeblazen. Sinds 1958 is het station niet meer in gebruik en sloot het haar deuren in 1962. Na een leegstand van bijna twintig jaar werd het station en een groot gedeelte van het spoor in 1983 verkocht.

De particuliere eigenaar wilde er een spoorwegmuseum van maken. In het oude station werd een café / restaurant gemaakt. De spoorlijn is gerestaureerd met het idee dat de oude treinen naar het station gereden konden worden.

Tegenwoordig staan er langs het spoor tientallen oude treinen, locomotieven en verlaten wagons. Velen zijn vervallen, leeg of staan vol met rommel.

Het is een paradijs voor fotografen en wij poseerden af en toe voor mamma bij de treintoestellen. We liepen het spoor af en liepen nog verder door langs het huidige spoor dat nu gebruikt wordt.

We kwamen uit in de buurt van het grote rangeerterrein van Montzen maar liepen terug richting de auto. Op een terras in het kleine leuke centrum van Hombourg dronken we een lekker glas bier en fris. Het was daarna nog maar een klein stukje teruglopen naar de auto.

Wandelen rondom Noorbeek

We hadden vandaag afgesproken met de familie Vrijhoeven om een stuk te gaan wandelen. Helaas belde Maurice de afspraak af omdat Tim in de nacht ziek was geworden. Wij besloten om toch te gaan wandelen. We reden naar Noorbeek een klein dorp in het Limburgs Heuvelland. Het is een van de meest zuidelijkst gelegen plaatsen in Nederland. Het dorp ligt verscholen in het dal waar de beek de Noor door heen loopt.

We parkeerden de auto op een centrale parkeerplaats in het dorp. Op de kaart zochten we een wandeling uit en we gingen op weg. We kwamen langs de prachtige Sint Brigade kerk. Het is gebouwd rond het jaar 1500.  Sinds 1634 wordt elk jaar op de tweede zaterdag na Pasen door de Jonkheid (ongetrouwde mannen) in een naburig bos met circa dertig versierde trekpaarden de Brigida-den gehaald.

Bij terugkomst wordt de den s’ avonds door de getrouwde mannen met “sjtiepen” (ronde lange houten richtpalen) recht gezet. Na het opzetten van de den kan de kermis beginnen. Het is ter herinnering aan de gevreesde veeziekte de pest die in 1634 in Noorbeek heerste. De H. Brigida werd aangeroepen om deze ziekte uit te roeien en het wonder geschiedde. We hadden het dorp al snel achter ons gelaten en liepen door een prachtig landschap.

Meidoornhagen, boomgaarden, akkers en grasland passeerden we. In de kale bomen zagen we veel groene bollen. Het bleek om de maretak (ook wel mistletoe of vogellijm genoemd) te gaan. Het is een halfparasiet die in de bomen groeit en alleen goed gedijd in kalkrijke bodem. In dit gebied is dat dus het geval en de bollen waren al snel niet meer te tellen zoveel waren het er. De plant is beschermd en je mag hem dus niet plukken. De maretak zit vooral in populieren en appelbomen en zuigt met zijn wortels de voedingssappen van zijn gastheer weg. Het is een halfparasiet omdat de plant zelf doormiddel van zijn bladeren en zonlicht toch ook zelf voedsel kan produceren.

Er gaan verhalen rond over de geneeskrachtige werking van de maretak. Zo wordt de plant te hulp geroepen in strijd tegen diabetes, reuma, wintervoeten, onvruchtbaarheid etc. Ook zou je er slangen mee kunnen verjagen en wordt de maretak gebruik door heksen. In onze cultuur kennen wij de maretak van het mogen kussen van je geliefde als je onder de maretak door loopt. Tijdens onze wandeling liep de route over akkers en door weilanden.

De eigenaren hebben toestemming gegeven om over het land te lopen. De doorgang naar de weilanden gaat via het draaihek (stegel). Deze stegelkes kom je overal in het Heuvelland veel tegen en hielden vroeger het vee binnen het weiland. Na een paar kilometer wandelen verruilen we het Nederlandse grondgebied voor het Belgische grondgebied.

We volgen een pad omhoog en hebben zo een schitterend uitzicht over het hele gebied. De laatste paar kilometers gaan door wat akkers en zijn niet echt mooi dus stappen we flink door. Het moet ook wel want het is flink koud. Het laatste stukje is weer afdalen naar Noorbeek en de parkeerplaats. Snel naar huis gereden en daar een lekkere warme chocolademelk met slagroom gemaakt om weer een beetje op te warmen, heerlijk.

Koud rondje fort Eben Emael

Het was koud maar het zonnetje scheen dus wilden we vandaag toch even naar buiten. Zin om ver te rijden voor een korte wandeling, hadden we niet dus reden we naar Fort Eben Emael net over de grens in België. Het fort is bekend van de strijd in mei 1940 toen een klein team Duitse soldaten het fort in minder dan 15 minuten onder controle kreeg. Het fort stond bekend als reus onder de forten met 17 bunkers, gigantische vuurkracht van munitie en versperringen.

De natuurlijke verdediging, aan de oostzijde van het driehoekig fort lag het Albertkanaal met muren van 60 meter hoog, in het zuiden een tankgracht en in het westen een watergracht maakte het een van de sterkste forten van Europa. Militaire experts zeiden dat het fort onneembaar was. De Duitsers bleken vernieuwende plannen en krachtige wapens te hebben waardoor het fort zo snel veroverd kon worden. Wij maakten een wandeling langs en over het fort. Het is onmogelijk om voor te stellen dat ondergronds een gigantisch complex ligt met keuken, ziekenboeg, slaapzalen et cetera en hier een kleine stad was verborgen.

We genoten van het uitzicht over het Albertkanaal en voetbalden tussendoor wat om een beetje warm te blijven. Ondanks dat het zonnetje scheen stond er een venijnige wind die onze oren goed koud maakte. Toch was het wel even lekker om buiten te zijn en niet de hele dag binnen te zitten op de bank.

Sneeuwwandeling Signal de Botrange

De afgelopen dagen had het in de hoger gelegen van de Belgische Ardennen gesneeuwd. Tijd om de skibroeken en sneeuwschoenen van zolder te halen en een heerlijke winterse wandeling te gaan maken. We vertrokken rond de klok van 11:00 uur in de richting van Signaal van Botrange (Signal de Botrange) in de Hoge Venen.

Met 694 meter het hoogste punt van België. In 1804 werd er een houten toren voor landmeetkundige metingen gebouwd door de Franse kolonel Tranchot. In 1899 werd deze vervangen door de Duitsers en kwam er een 30 meter hoge toren voor in de plaats.

Deze toren werd gebruikt om de grens met België te bewaken. Pas na de eerste wereldoorlog werd dit gebied bij België gevoegd. De huidige toren staat hier vanaf 1934. Het gebied waar wij gingen wandelen maakt deel uit van Natuurpark de Hoge Venen- Eifel.

De hele rit was er geen sneeuwvlokje te bekennen maar zomaar ineens, de laatste paar kilometer, begon het steeds witter te worden. Het was nog niet zo druk (12:00 uur) en op de parkeerplaats was plek genoeg. De bewolking maakte plaats voor een strak blauwe lucht met een lekker zonnetje. Koud was het wel maar met onze skikleding aan waren wij goed beschermd

Er lag ongeveer 15 centimeter sneeuw prachtig! Bij deze hoeveelheid sneeuw is het net mogelijk om ook te gaan langlaufen maar er waren nog geen aangelegde langlaufpistes. We volgden een pad dat ook voor langlaufen gebruikt wordt en dat rondom de veengebieden liep.

De vlonderpaden waren bedekt met sneeuw en zouden glad zijn en we hadden geen zin om in één van de vennetjes te vallen. Het gebied waar we doorheen liepen was licht glooiend zonder steile hellingen. We doken geregeld in de verse sneeuw die langzaam aan het smelten was in de zon. We liepen niet snel maar dat maakte ook niets uit.

De wandeling was in totaal een kilometer of zes en we hadden de tijd. De zon ging rond een uur of twee schuil achter de wolken en het werd meteen een stuk kouder. We stapten flink door en waren rond de klok van 15:00 uur weer bij de parkeerplaats.

Het was een stuk drukker geworden en er stonden zelfs auto’s geparkeerd langs de kant van de weg. We reden direct naar huis en haalden bij de Lidl de ingrediënten voor warme chocoladele met slagroom. In de avond hadden we een uitgebreid tapasdiner. Zo’n dag in de buitenlucht maakt hongerig dus bijna alles ging op.

Rondje Heuvelland

Samen met onze vriendinnen Tina, Melanie en kinderen Lieke en Linou zijn we een leuke wandeling gaan maken in het Limburgse Heuvelland. We spraken af op een parkeerplaats in Mechelen en startten daar vandaan onze wandeling. Het dorp Mechelen is ontstaan als nederzetting rond een landgoed dat door de hertog Hendrik III geschonken werd aan de Johannieterorde. In 16e eeuw werd het klooster vernietigd door een brand en vertrokken de Johannieters naar Aken.

We gingen een draaihek door en kwamen in een weiland terecht. Als snel kwamen we een kudde Galloway runderen tegen die daar liepen te grazen. Deze runderen helpen bij het onderhouden van de natuurgebieden. Het zijn grote grazers en zo houden ze de begroeiing in een gebied op peil. De runderen kunnen in de winter buiten blijven en hebben weinig onderhoud nodig.

De dieren zijn zachtaardig van karakter en hebben geen horens waardoor ze ook kunnen grazen in gebieden waar bezoekers komen, zoals wij dus. Het Limburgs Heuvelland wordt gevormd door de uitlopers van de Duitse Eifel en de Belgische Ardennen. De hoogste toppen zijn net iets boven de 300 meter. Het landschap bestaat uit een afwisseling van bossen, akkers, weilanden en boomgaarden.

Af en toe hadden we mooie vergezichten op de route over de heuvels en de dalen. Halverwege was het tijd voor een lekkere lunch. We legden een kleed in het gras en peuzelden lekker onze broodjes en andere lekkernijen die we allemaal hadden meegenomen. Lieke of was het Linou?, blijft moeilijk om de tweeling uit elkaar te houden, dronk zelfs een biertje! Natuurlijk een radler 0% alcohol, al weet je maar nooit met die gekke Tina en maffe Melanie.

We liepen in de richting van het dorp Epen en daar vandaan bergop richting de Gerardushoeve. Het was overal erg druk en daar zou vast geen plaats zijn op het terras. We kwamen langs pannenkoekenhuis “De Pannekoek” waar nog een picknickbank op het terras vrij was. We gingen zitten en bestelden een lekker drankje. Er was ook een kleine speeltuin bij en terwijl de volwassenen gezellig kletsten vermaakten wij ons ook prima.

We bleven er een lange tijd hangen. Na deze onderbreking ging de wandeling langs boomgaarden en vakwerkershuisjes. We kwamen door het gehucht Schweiberg  en zo weer uit in Mechelen. Bij recreatiedomein de Geulhof zochten we een tafel in de zon voor een lekker diner. Er werden veel mosselen besteld, verse forel uit de Geul en natuurlijk frietjes.

Aan het einde had ik niet zoveel zin meer en werd ik tot ongenoegen van pappa en mamma baldadig en lastig. We hoefden nog maar een klein stukje te lopen door de weilanden en langs de Geul. We speelden nog even met takjes en blaadjes die we in het water van de Kleine Geul lieten vallen. Het stroomde zo snel dat de takjes er sneller vandoor gingen dan wij konden lopen, grappig. Bij de parkeerplaats namen we afscheid en spraken we af dat we dit vaker moeten gaan doen. Zo’n leuke gezellige middag met alle meisjes!

De ENCI groeve

Onze zondagmiddag brachten wij gezellig door met de familie Vrijhoeven. We troffen elkaar op de parkeerplaats onder aan de St. Pietersberg. We zouden naar de recent geopende ENCI groeve lopen. De geschiedenis van de ENCI (Eerste Nederlandse Cement Industrie) gaat terug tot in 1926. De fabriek werd geopend met geld uit België en Zwitserland. In 1928 is de ENCI de grootste cementfabriek van Europa.

Op de Sint Pietersberg, onderdeel van het plateau van Caestert wordt de kalksteen gewonnen voor de bereiding van verschillende cementsoorten. De fabriek bestaat nog uit de kalksteengroeve, één cementoven, cementmolens, een rollenpers en kogelmolens.

In 2018 stopt de ENCI met de commerciële kalksteenwinning. De afgelopen jaren is men begonnen om het gebied om te vormen tot natuurgebied. Vrij recent is de ENCI groeve geopend voor publiek. We volgden het wandelpad tot we bij de trap kwamen. Hier hadden wij een goed overzicht over de gehele groeve en de fabriek. Er zijn diverse kalkterrassen, steile wanden, hellingen en een centrale waterplas.

We daalden de 215 tellende treden van de trap af. Beneden kwamen we bij een stukje oud mergelgangenstelsel.  We liepen langs de plassen met helder blauw water en mochten nog een tijdje in het zand spelen. We liepen langs de fabriek en vervolgden het pad in de richting van de Lage Kanaaldijk. Bij  het Buitengoed Slavante liepen we weer naar boven.

Het was een steile klim en we hadden flinke dorst gekregen. Tijd voor een drankje op het gezellige terras met uitzicht over de Maas. We liepen terug naar de auto en reden naar het huis van de familie Vrijhoeven voor een heerlijk diner bestaande uit pilav met rijst, jummie.

 

Randonnée à Rochehaut

We reisden vandaag af naar Rochehaut in de Belgische provincie Luxemburg. Het is een klein dorpje en deelgemeente van de plaats Bouillon. Bovendien ligt het dorp niet ver van de grens met Frankrijk. Het kleine plaatsje met niet meer dan 300 inwoners ligt aan de rivier de Semois. We liepen jaren geleden al eens de bekende wandeling Les Echelles. We begonnen het eerste deel van onze wandeling ook met deze gevaarlijke laddertjeswandeling.

Overal wordt gewaarschuwd voor het gevaar en de moeilijkheidsgraad van deze wandeling. Wij zijn echte stoere jongens en zijn niet bang voor een beetje spanning en avontuur. Het eerste stuk van de wandeling zouden we afdalen in de richting van de oever van de rivier. Het pad dat we volgenden was op sommige delen smal en steil. We kwamen drie laddertjes langs steile rotswanden tegen op weg naar beneden. Ronac liep als een kievit en was overal het snelste.

Onderweg kwamen we grote rotsen tegen waar vanaf we een mooi uitzicht hadden over de vallei van de Semois. Na een stevige afdaling kwamen we bij de oever van de Semois. We zagen geen bordjes meer en volgden daarom de stroom van de rivier. We kwamen uiteindelijk uit in het dorp Poupehan.

Opvallend waren de authentieke huizen die zijn opgebouwd uit natuursteen en met leiendaken. Ook zijn er nog tabak-droogschuren te vinden die herinneren aan vervlogen tijden. De inwoners van het dorp werkten toen vooral in de tabaksteelt en de wasserij in de washuizen.

Vanuit Poupehan vervolgden wij onze weg weer naar boven met een flinke klim in de richting van Corbion. We bogen af en vervolgden onze route via een bos naar Les Crêtes de Frahan. Een crête (vertaald vanuit Frans betekent dit “hannekam” ) is een heuvelrug. Het waren een aantal rotsformaties tussen de bossen hoog boven de rivier de Semois.

Uiteindelijk dalen we weer af naar de Semois en komen uit in het kleine gehucht Frahan. We lopen het dorp door en steken de rivier de Semois over via een loopbrug.

In de rivier zien we een hele grote vis bezig om een andere vis op te eten. We bleven even staan om dit te volgen. We speelden ook nog heel even op de oever van de Semois voordat we aan de steile klim terug naar Rochehaut begonnen.

Weer terug in het dorp heb je een prachtig uitzicht over de rivier en het dal. We besloten om een hapje te eten bij Taverne de la Fermette, een onderdeel van hotel restaurant Auberge de la Ferme. Het was een sfeervolle locatie waar uitsluitend Frans werd gesproken. Ook de menukaart was in het Frans dus het werd een uitdaging om iets te eten te bestellen.

Wij namen de boulette de maison avec pommes frites et salade verte, mamma bestelde les côtes d’agneau grillées avec beurre maître d’hôtel en pappa nam steak de boeuf. Het was even afwachten wat we kregen maar boullette bleken een soort van gehaktbal te zijn en mamma kreeg lamsribbetjes.

Het eten smaakte heerlijk en was gemaakt van smakelijke verse producten. Als toetje kregen wij nog een lekker ijsje. Het was nog een aardig ritje terug naar huis. De buitentemperatuur daalde zelfs richting de nul graden, ongelofelijk. Gelukkig zaten wij lekker warm in de auto. Het was wederom een mooie wandeling van zo’n 14 kilometer.d

Bloesemwandeling

Met de zomervakantie in het vooruitzicht wilden pappa en mamma wat gaan trainen met afstanden lopen. We maakten op deze zonnige dag een mooie tocht nabij Maastricht. We reden naar Rijckholt en wisten een parkeerplekje te vinden aan het Brandwegske. De wandeling start bij het wegkruis. Vroeger kwamen hier de inwoners van Rijckholt bidden als ze kiespijn hadden.

Het werd een heuvelachtig rondje maar het eerste stuk was vlak en ging tussen de hoogstamboomgaarden en enkele laagstamboomgaarden. Vroeger werden de fruitbomen vlak bij de boerderij gepland voor eigen gebruik. Nu zijn de boomgaarden vooral aangelegd voor de fruitteelt. Ondanks dat het nog wat vroeg in het seizoen is, stonden er al veel bomen in bloei.

De bloesem was prachtig om te zien. De perenbloesem is wit, wit met licht roze en kersenbloesem is helemaal lichtroze. We kwamen de verschillende fruitbomen allemaal tegen. Na een paar kilometer vlak lopen, gaan we langzaam omhoog. Boven komen we langs boswachterswoning “Huis de Beuk”. De woning stamt uit 1848 en is door een aantal leden van de jagersvereniging opgeknapt. Het uitzicht vanaf dit hooggelegen punt is prachtig.

We vervolgen de weg en komen langs een grot die vroeger als champignonkwekerij gebruikt werd. We lopen het Savelsbos in dat ligt op een steile helling. Het werd miljoenen jaren geleden uitgeslepen door de Maas en beken. Het water dat van de hellingen afstroomde, zorgde voor het ontstaan van de zogenaamde droogdalen die ook wel grubben worden genoemd. In het Savelsbos werden verschillende soorten gesteente gevonden. Zo zijn er de vorige eeuw ateliers ontdek van prehistorische vuursteenbewerkers.

Omdat de hellingen niet geschikt zijn voor landbouw staan er veel grote woudreuzen. Ook bloeien er veel soorten bloemen. De hoge bomen en op de grond bloeiende bodembedekkers zorgden voor een mooie sprookjesachtige sfeer. Na een stukje lopen werden we nog getrakteerd op een mooi uitzicht. We zagen de torens van de ENCI groeve en de rode toren van de Sint Jan in het centrum van Maastricht. We kwamen nog langs kalksteengroeve Trichterberg. Het is tegenwoordig een geologisch monument.

We lopen tussen de mergelwanden en kijken door de tralies heen de grot in. We voelden zelfs de kou uit de grot komen. We liepen nog langs een grafheuvel uit de bronstijd. Meer dan een begroeide heuvel is het niet en als wij het niet hadden gelezen, hadden we het niet als zodanig herkend. Uiteindelijk raken we de route die we volgden kwijt en lopen we tussen de bloesembomen terug richting de auto. We passeren nog de kapel OL van Toevlucht die in 1960 gebouwd werd door de Domicanen in Rijckholt. Op de terrassen zat het overal vol en we besloten om bij de supermarkt een ijsje mee te nemen en deze lekker thuis op te eten.

 

Sneeuwwandeling Weserbrücke

In de Ardennen had het de afgelopen week volop gesneeuwd dus een goede reden om daar weer eens een keer naar toe te rijden. We vonden een wandeling bij het gehucht Petergensfeld dat hoort tot de gemeente Raeren.

Het ligt op de Duits Belgische grens op ongeveer 18 kilometer van Aachen. Ondanks dat het bij België hoort, wordt er Duits gesproken. Het ligt aan de rand van nationaal park de Hoge Venen en aan de oever van de rivier de Weser (Vesder).

We reden het gehucht een paar keer rond, op zoek naar een parkeerplek. Veel plaatsen langs de kant van de weg waren besneeuwd en niet geschikt om te parkeren. Uiteindelijk vonden we een plekje en was het nog een klein stukje lopen over een geasfalteerde weg naar de rand van het bos.

Er lag overal al sneeuw en het lopen ging niet snel. Mamma liep ook nog even terug om de slee uit de auto te halen want eenmaal in het bos was er sneeuw genoeg om de slee voort te kunnen trekken.

We volgen het pad dat af en toe moeilijk te traceren is door al de sneeuw die er ligt. Het is werkelijk schitterend. We volgen een tijd de oevers van de rivier de Weser tot we aan de samenvloeiing van de rivier de Eschbach en de Steinbach. Wij konden maar moeilijk geloven dat deze kleine rivier even verderop het grote stuwmeer van Eupen vormt.

Halverwege de wandeling aten we een broodje op ons zelfgemaakte sneeuwstoeltje. Ronac zat merendeel op de slee en af en toe baalde ik daar wel een beetje van. Toen ik er op mocht, kon ik er al snel weer vanaf omdat het te steil was en het voor pappa en mamma te zwaar was om mij voort te trekken. Het laatste stuk ging over een kronkelpad langs de rivier.

Het is een ruig gebied en door de uitstekende boomwortels en sneeuw was het goed opletten geblazen. Eenmaal van het kronkelpad af, volgde er nog een stukje over een lange rechte weg. Nog een stukje over het geasfalteerde pad en we waren weer bij de plek waar onze auto geparkeerd stond.

Onze skikleding was door al het rollen en spelen in de sneeuw goed nat geworden. Mamma had gelukkig gedacht aan droge kleding en in de auto deden we de natte zooi uit en trokken we droge kleding aan. Lekker een drankje en wat fruit erbij en binnen een drie kwartier waren we lekker thuis. We hadden een voldaan gevoel na deze actieve dag in de buitenlucht, heerlijk!

Centraal Europa: Dag 10; Naar de bergtop Veľký Kriváň

We wilden vandaag naar het hoogste bergtop van bergketen Malá Fatra namelijk de Velký Krivaň. We reden door het mooie Vrátnadal (Vrátna Dolina) naar het dorp Vrátna. We kochten kaartjes voor de gondel die ons naar 1524 meter hoge Snilovské sedlo bracht. Boven lag een restaurant en was er een panoramisch uitzicht over de omgeving.


Na een goed ontbijt op stap voor hopelijk een mooie hike.

Het Fatra-gebergte bestaat uit twee bergketens: Malá (klein) en Velká (groot) Fatra en wordt doorsneden door de rivier de Váh. Het is wel zo dat de Malá Fatra het hoogste gebergte is van de twee. Zoals we gisteren ook al gezien hadden werden door bergstromen ravijnen uitgeslepen in de rotsachtige bodem. De lagere gedeelten van de bergen zijn dichtbegroeid met naaldbomen. Het gebied is tevens het leefgebied van lynxen en bruine beren. We volgden in optocht de rode route naar de Veľký Kriváň.

De wandeling naar de top duurde circa drie kwartier. We hoefden maar een hoogteverschil van slechts 200 meter te overbruggen tot aan de top. We liepen door bergweiden die in het verleden door grazende schapen zijn ontstaan. Door de vele bloemen, watervallen en beekjes doet het gebied schilderachtig aan. De 1709 meter hoge top van de Veľký Kriváň was in nevel gehuld toen we boven kwamen.

We bleven een tijdje op de kale bergtop van de Veľký Kriváň om te genieten van de weidse vergezichten. De terugweg naar beneden ging een stuk sneller. Grappig was wel dat wij als één van de weinigen op sandalen liepen. Iedereen was super sportief uitgerust met wandelkleding, wandelschoenen, wandelstokken en zo voort. Maar met onze sandalen liepen wij prima hoor!

Bij het restaurant aten we een verfrissend ijsje voordat we met de lift terug naar beneden gingen. Net voordat we de gondel in wilden stappen viel er een oudere man uit en die kwam klem te zitten tussen de deur en de vloer. Mamma hielp mee om de man er tussen uit te krijgen en pappa zorgde ervoor dat de liftbediende de gondel stil zette. Gelukkig mankeerde de man niets en kon hij zelf niet veel later weer verder gaan. Het duurde wel even voordat de lift weer volledig opgestart was en wij konden instappen.

Onze tweede activiteit die we wilden doen was raften op de rivier de Váh. We hadden een folder gekregen maar daar stond geen adres maar alleen een plaats op vermeld. We begonnen te rijden in de hoop dat we in het dorp bewegwijzering zouden zien. Helaas vonden we dit net en reden we verder naar het plaatsje Strečno.

Hier zou je op een vlot van houten boomstammen een tocht kunnen maken over de rivier de Váh. Ook hier konden we het niet direct vinden en moesten we het een aantal keer gaan vragen. Uiteindelijk kwamen we toch bij het bedrijf dat deze tochten verzorgde. We moesten ongeveer een half uur wachten. Met een busje werden we naar een punt ongeveer 10 kilometer buiten Strečno gebracht. We deelden het vlot met twee andere Slowaakse families. Het vlot werd bestuurd door twee mannen waarvan de ene wel verdacht veel op de beroemde voetballer Lionel Messi leek.

De uitleg onderweg werd gegeven (uiteraard) in het Slowaaks. Wij moesten het doen met een goed gedetailleerd informatieblad in het Engels. Het water van de rivier stroomde redelijk hard en het vlot gleed gemakkelijk door het water. De Váh is een zijrivier van de Donau en de langste rivier van Slowakije. De rivier is ontstaan uit samenvloeing van twee rivieren en de lengte bedraagt 403 km.

Direct aan de rivier de Váh liggen twee burchten tegenover elkaar. Beide kastelen dateren uit de 14e eeuw. Als eerste zagen we op de rechter over van de Váh de burchtruíne Starý hrad (kasteel). Niet veel later zagen we hoog op een steile rots het Strečno Hrad boven het landschap uit torenen. In het verleden lag de vesting aan een belangrijke handelsroute door de Waagvallei. In 1678 werd het bouwwerk en is het onbewoond gebleven en tot een ruïne vervallen.

Uiteindelijk werd de ruïne gerestaureerd en is er een museum over de geschiedenis van het kasteel en de nationale Slowaakse opstand ondergebracht. Na het passeren van het kasteel waren we vrij snel bij het eindpunt van de één uur durende tocht over de rivier. Op de terugweg naar Belá stopten we bij de Country Saloon voor ons diner. Het was wat vroeg maar we hadden onze lunch overgeslagen vandaag.

We beginnen zoals de Slowaken dat ook vaak doen met een soep. We hadden knoflooksoep, kippensoep en goulashsoep. Als hoofdgerecht hadden we rundergoulash met knedliky (gestoomd brood), een Mexicaanse schotel en twee pasta’s. Het eten werd erg snel na elkaar geserveerd en wij vonden het allemaal een beetje tegenvallen. Het eten was niet echt warm en leek opgewarmd te zijn. Jammer want tot nu toe hebben we overal lekker gegeten. Op de camping deden we nog een raar dansje voor de tent, speelden we voetbal en gingen we zelf bij de kleine campingwinkel chips en een suikerspin halen. Het was een prachtige dag vandaag.