ragout, eten bij ons met fam Dassen, spelletjes wie/wat ben ik, Ronac boos maar doet later toch mee, pictionary op televisie, tekenen, lastig
Trogir
We waren vanmorgen lui en wilden alleen maar gamen op onze tablet. Pappa en mamma wilden graag naar een stadje in de buurt bezichtigen en het kostte hen heel veel moeite om ons te mobiliseren. We hoefden niet lang in de auto te zitten want Trogir was maar iets van 5 kilometer rijden. In het centrum van Trogir is het vrij druk en het is zoeken naar een parkeerplek. We parkeren uiteindelijk net buiten het autovrije centrum.
Met parkeertarieven van 1,80 euro per uur zijn het bijna Nederlandse prijzen. Het autovrije centrum ligt op een klein eiland en ligt op loopafstand van de parkeerplaats. Vanwege de strategische ligging tussen het grotere eiland Ciovo en het vaste land was Trogir vroeger een belangrijke stad om te veroveren. Trogir heeft een verdedigingsmuur om het oude centrum en we liepen er eerst via de buitenkant om heen.
We lopen langs de haven en komen uit bij het 15e -eeuwse Kamerlengofort. Hier woonde vroeger de Venetiaanse heerser die op het hoogtepunt vrijwel de hele Adriatische kust in handen had. Ook is de stad in handen geweest van de Grieken, de Romeinen en zelfs de Fransen. Al deze culturen hebben hun stempel gedrukt op de architectuur van de gebouwen in de stad.
Er zijn prachtige gebouwen in Romaanse, Renaissance en Barok stijl terug te vinden. Het is goed warm en we zoeken een plekje op een van de vele terrasjes langs de boulevard voor een verfrissing. We hadden uitzicht op de jachthaven waar heel wat mooie en dure jachten lagen. We liepen de verbindingsbrug die Trogir verbindt met het eiland Ciovo over en bekeken de stad vanaf de andere oever.
Daarna liepen we terug en kwamen we via één van de twee stadspoorten het historische centrum binnen. Sinds 1997 staat het centrum van de stad op de Werelderfgoedlijst van UNESCO. We slenterden wat door smalle steegjes van het centrum. Ook hier veel mooie middeleeuwse huizen.
De stad schijnt vaker gebruikt te worden als achtergrond in Kroatische, Italiaanse en Duitse films. Helaas lopen ook hier veel toeristen en dat doet enigszins afbreuk aan het mooie centrum. Tot nu toe zagen we overal in Kroatië de florerende toerisme industrie. Alle mooie plekken worden overspoeld met hordes toeristen en horeca, hotels en parkings maken er handig gebruik of misbruik van.
Prijzen schieten de pan uit en gastvrijheid en vriendelijkheid is ook niet overal te vinden. Een beetje jammer. Ik hoop dat het land niet ten onder gaat aan haar eigen succes. We liepen terug naar de parkeerplaats en deden nog boodschappen voor het avondeten bij de Lidl. De namiddag brachten we door aan het strand.
Lekker zwemmen, varen, snorkelen en lezen in de zon. ’s Avonds werd er zelf gekookt en aten we Mexicaanse wraps, lekker! Na het eten gingen we nog een lange tijd zwemmen in de zee tot het donker begon te worden. Morgen vertrekken we richting Bosnië en zullen we de zee gaan missen.
Seget Vranjica
De dag begin zoals normaal rond de klok van 8:00 uur. Niets uitslapen of in bed blijven liggen. We speelden een speeltje op de tablet terwijl pappa en mamma brood voor het ontbijt gingen halen. Ze namen een lokaal gerecht mee namelijk: burek. Het gerecht is hier naar toegekomen tijdens het Ottomaanse rijk. In veel voormalige Joegoslavische landen (Servië en Bosnië) wordt het gerecht nog gemaakt en gegeten. In de jaren 60 werd het door Albanese en Bosnische bakkers geïntroduceerd in Kroatië en Slovenië. Burek is een deeggerecht, soms wordt het ook gemaakt met blader- of filodeeg en het kan gevuld worden met kaas, gehakt of groenten (spinazie). Na het ontbijt begonnen we met het opblazen van onze boot.
We hielden een relax dagje aan het strand. Het lag al vrij vroeg vol op het kleine strandje en we zochten naar een plekje om onze handdoek neer te leggen. We gingen met de boot het water op, gingen snorkelen en volleybalden in het water. Af en toe maakten Keyro en ik ruzie dus konden we niet samen varen of volleyballen en was pappa iedere keer degene die met één van ons iets moest doen.
Gelukkig waren er ook rustige momenten en konden pappa en mamma ook samen even rusten en hun e-book lezen. Tussendoor gingen we af en toe wat drinken in ons appartement en liepen daarna weer terug naar het strand. Aan het einde van de middag gingen pappa en Keyro een wandelingetje maken door Seget Vranjica en naar de andere kant van het dorp.
Ze zagen meerdere kleine baaien met rotstranden, oude olijfboomgaarden en wijngaarden. Mamma en ik bleven lekker op het strand en zwommen en volleybalden lekker in het water. Vanaf een uur of vijf begon het minder druk te worden op het strand en gingen veel toeristen terug naar hun accommodaties. Pappa en Keyro kwamen ook weer terug.
We bleven tot het donker begon te worden in het water. ’s Avonds gingen we uiteten bij een van de restaurantjes langs de baai. We vonden een plaatsje bij restaurant Samac. Op de menukaart stond een gevarieerde keuze met vlees- en visgerechten.
Pappa en mamma gingen beiden voor de inktvis, de ene voor gegrilde kalamari en de andere voor de gefrituurde variant. Keyro nam kipschnitzel omdat van de Wienerschnitzel er nog maar eentje te bestellen was en ik deze graag wilde. We speelden wat potjes kaart tot het eten werd geserveerd. Ik at niet veel want ik was zo ontzettend moe van de hele dag zwemmen en bezig zijn. Gelukkig hielpen pappa en Keyro mij een beetje en werd het meeste toch opgegeten. Half slapend lag ik bij mamma op schoot te wachten tot we terug gingen naar ons appartement. Daar viel ik direct in slaap.
Šibenik
Onze dag startte redelijk rustig. De laatste was werd van de waslijn gehaald, spullen ingepakt, er werd ontbeten en rustig aangekleed. We verlieten het mooie appartement rond de klok van 10:15 uur. De rit naar Šibenik waar we een tussenstop wilden maken, duurde ongeveer anderhalf uur.
We volgden opnieuw de kustweg D8 en niet de snelweg. De D8 loopt vanaf de grens met Slovenië via Rijeka, Zadar, Split en Dubrovnik helemaal door tot de grens met Montenegro. Het is met 643 kilometer, de langste weg van het land en loopt langs de hele Kroatische kust. Het was erg druk onderweg en net voor Šibenik belandden we in een stilstaande file. Uiteindelijk bereikten we toch de stad Šibenik en vonden we direct een parkeerplaats op een groot parkeerterrein net buiten het centrum.
Hier vandaan was het ongeveer 10 minuten lopen langs de boulevard naar het centrum. Helaas zat het weer even tegen en begon het wat te miezelen. Nabij de haven lagen veel terrasjes en we zochten een leuk plaatsje uit. We zaten in een schommelstoel aan het water, heerlijk. Gelukkig verdween de regen al snel en maakte het plaats voor een lekker zonnetje. De stad ligt aan een pittoreske baai waar de karstrivier de Krka in uitmondt.
In tegenstelling tot andere steden aan de kust is Šibenik niet gesticht door de Illyriers, Grieken of Romeinen maar door de lokale Kroaten zelf. Er regeerden diverse koningen over Šibenik en aan het einde van de 12e eeuw kreeg de plaats stadsrechten. Na de tweede wereld oorlog groeide Šibenik uit tot een van de belangrijkste havens aan de Adriatische kust. In 1991 werden er nog flinke gevechten gevoerd tussen de Kroaten en de Joegoslavische troepen en de Servische opstandelingen.
De Kroaten verdedigden de stad met succes. Tot in 1995 werd de stad nog regelmatig met granaten bestookt maar uiteindelijk keerde einde 1995 de rust terug en begon de stad met de wederopbouw en reparatiewerkzaamheden. Via de boulevard kwamen we uit bij het auto vrije centrum. De oude binnenstad is gelegen op een aantal heuvelruggen. We kwamen als eerste langs de Sint Jacobuskathedraal, het grootste en mooiste bouwwerk van Dalmatië.
In 15e eeuw werd gestart met de bouw van de kathedraal en pas honderd jaar later was de bouw voltooid. Het is niet vreemd dat de bouw zo lang duurde want de kathedraal is zonder één enkele spijker, hout of ander bevestigingsmateriaal gebouwd. De kathedraal is volledig gebouwd uit wit steen. Het dak en de koepel zijn gemaakt van stenen die in elkaar passen en er is geen cement voor gebruikt. In 2000 werd de kathedraal op de UNESCO Werelderfgoedlijst gezet.
Aan de buitenkant van de kathedraal zitten veel versieringen, zo zijn er 72 gezichten te zien. Pas na de bombardementen en de oorlog werd de kathedraal gerestaureerd door buitenlandse experts en zag men pas hoe bijzonder de kathedraal was. Daarna liepen we door de smalle, oude straatjes en steegjes van het gerestaureerde centrum. Jammer genoeg wordt het oude centrum overspoeld met toeristen en liep je soms in optocht door de straatjes.
Hoe verder we van het oude centrum kwamen hoe rustiger het werd. We vonden een leuk restaurant op een klein pleintje tussen de steegjes en hadden daar een heerlijke lunch. Mamma had garnalen in tomatensaus, pappa, Ronac had kipfilet op een bedje van rösti en ik had ćevapčići. Na de lunch begonnen we aan een steile klim via verschillende trappetjes naar 1 van de 4 forten van Šibenik. We maakten de klim naar Sv. Mihovila (St. Michael’s Fort) dat in het centrum ligt. We kwamen langs het oude kerkhof met grote graftombes.
Vanaf het fort hadden we een prachtig uitzicht over de stad, zee, eilandjes voor de kust en de omringende heuvels. Vroeger diende het fort om de stad te beschermen tegen indringers van buitenaf. Tegenwoordig wordt het gebruikt voor optredens en evenementen en staat de binnenplaats vol met tribunes. Terwijl wij rondliepen was er een dansgroep aan het repeteren op de oude binnenplaats.
Ronac kocht bij het fort een handgemaakte houten speelgoeddolk en was hier heel blij mee. Ik wilde met het geld van oma Evelien een ander souvenir kopen alleen weet ik nog niet wat. Via de steegjes met de trappetjes, keerden we terug naar de boulevard en liepen we terug naar de auto. We vonden niemand bij wie we konden betalen voor het parkeren en reden de parking af. Onze bestemming was Seget Vranjica, een toeristenplaatsje op ongeveer 5 kilometer van de historische stad Trogir.
De kustweg die we volgden was werkelijk prachtig. We hadden gisteren via Booking.com een appartement direct aan het strand geboekt. We vonden apartmani Vukman met onze navigatie vrijwel direct.
De gastvrouw haalde haar zoon erbij omdat hij iets beter Engels sprak en liet ons het appartement zien. Het ligt op de begane grond, heeft een keuken en een balkon. Vanuit het appartement kijk je tussen de bomen door uit op het strand en de baai.
Wij gingen meteen naar het strand om te zwemmen en te snorkelen. Pappa en mamma pakten wat uit en gingen even naar een nabij gelegen winkel voor wat kleine boodschappen. In de avond hadden we simpel avondeten, bestaande uit brood met gebakken ei. In het appartement hadden we Wifi en zo konden we ook lekker wat gamen en een filmpje kijken. We blijven hier in totaal 3 nachten dus lekker relaxen.
Nationaal Park Kornati
We werden vanochtend al vroeg verwacht bij de kade in het centrum voor onze boottocht naar het Kornati Nationaal park. De wekker ging om 7:00 uur en we moesten er uiterlijk om 8:30 uur zijn. Ik was niet vooruit te branden en hield iedereen daarmee op. We kwamen uiteindelijk rond 8:15 uur aan bij de boot en deze zat al aardig vol. We betaalden voor de trip en zochten naar een plaatsje aan boord van het schip “Arbiana”.
Op het bovendek en langs de reling zat alles al vol. We vonden een paar plekjes aan een tafel waar al een paar mensen zaten. Eerst werden er nog op twee andere plekken passagiers opgehaald voordat we op weg gingen naar het Nationaal park. Het zou ongeveer 3 tot 3 ½ uur varen zijn tot onze bestemming. De tijd kwamen we door met spelletjes kaarten en Sudoku.
Ik had met Keyro steeds ruzie en dat maakte het er niet gezelliger op. Vreselijk zo’n puberende broer. We kregen een broodje met ham of kaas als ontbijt. Tussendoor konden we water en een soort van waterige sinaasappelsap pakken. Al snel kwamen we in de wateren van het nationaal park Kornati (Nationaal park Kornaten).
Het park bestaat voor het grootste gedeelte uit onbewoonde eilanden (Kornaten) voor de kust van Dalmatië ten zuiden van Zadar. De archipel (eilandgroep) die binnen het park vallen bestaat uit 89 eilanden. De eilanden zijn dus onbewoond, ze bestaan uit rotsen en kalksteen en zijn niet of nauwelijks begroeid.
Rond 11:15 uur begon het personeel met het serveren van de lunch maar wij kregen als een van de laatsten. Een beetje vervelend want de vis was ondertussen koud en we naderden onze bestemming voor de middag. Het was chaotisch en haasten.
De vis viel bij mij wel in de smaak maar voor de rest viel het allemaal wat tegen. Veel van de restjes werden gevoerd aan de groep kokmeeuwen die de boot volgden. We meerden aan bij het eiland Dugi Otok wat behoort tot het Telašćica Natuurpark. Het is een 10 kilometer lange baai die tot 1988 deel uit maakte van het nationaal park Kornati. Het is één van de mooiste baaien van de Adriatische kust.
Het was vrij druk en we verlieten de boot en volgden de mensenmassa het eiland op. Na 5 minuten lopen kwamen we bij het zoutwater meer Mir waar veel mensen hun handdoeken neerlegden om te gaan relaxen. Wij wilden dit niet en volgden het wandelpad van 2.2 kilometer rondom het meer. Het was heel erg mooi.
Overal zagen we pijnbomen, olijfbomen en vijgenbomen. Toen we wat verder van het strandje af waren, hoorden we geen geroezemoes meer van de vele mensen maar het getsjirp van de krekels. Ongelofelijk wat een verschil het maakt als je bij de mensenmassa vandaan bent. We kwamen aan de andere kant van het meer uit bij een steile klif met uitzicht op de open zee. Er stonden veel opgestapelde steentjes en het uitzicht was prachtig.
We besloten om een duik te nemen in het Mir lake. We waren vooraf gewaarschuwd dat het water heel erg zout zou zijn. Het meer is door ondergrondse kanalen verbonden met de zee. De concentratie zout is echter hoger dan de zee door verdamping die plaats vind. De temperatuur van het water kan enorm verschillen en daarom is er maar weinig leven mogelijk in het meer.
Er zijn een paar uitzonderingen zoals plankton, algen, schelpdieren, slakken zeebaars en mul (vissoort). Na even het water in geweest te zijn, maakten we ons klaar om terug te lopen. We zochten een plekje in de baai waar de boot lag aangemeerd en gingen daar nog een tijdje snorkelen. De boot vertrok om 14:30 uur terug naar Zadar.
We waren nu op tijd aan boord en zochten een andere plaatsje dan op de heenweg. Blijkbaar werd ons dat niet in dank afgenomen door de mensen die op de heenreis op deze plek zaten. De blikken zeiden genoeg maar ze zeiden er niets van. Mensen zijn wat dat betreft echt kuddedieren en volgen een zelfde patroon. Wij lekker niet. Na een uurtje begonnen we allemaal wat te doezelen en hadden we geen tijd om ruzie te maken. Ik lag aan de ene kant tegen mamma en Keyro aan de andere kant, arme mamma.
We kwamen exact volgens schema aan in de haven van Zadar. Het was 18:00 uur en we liepen nog even het centrum in voor een paar foto’s te maken. Het weer was een stuk beter dan gisteren. We waren rond 20:00 uur terug in het appartement. Pappa maakte een heerlijke tikka masala met rijst klaar en we genoten ervan.
Eigenlijk wilden we terug gaan naar het centrum om nog twee kunstwerken te bezoeken: de Zonnegroet (glazen tegels die oplichten op basis van zonne-energie) en het zee-orgel (gepeeld door de golven van het water). Echter hadden we alle vier geen puf meer om weer naar het centrum heen en terug te lopen.
We bleven in het appartement en smikkelden als toetje van de geitenkaasjes met honing. Achteraf hadden we hier best nog een dag langer door kunnen brengen maar we hadden onze volgende accommodatie al geboekt dus dat ging niet meer. ’s Avonds lagen we weer laat in bed maar we hoeven morgen niet vroeg op dus dat is fijn.
Zadar
We konden vandaag wat langer uitslapen en hadden geen haast. We begonnen met een lekker ontbijt van vers brood en vleeswaren, gehaald door pappa bij de campingwinkel. Ronac wilde vandaag ook koffie bij zijn ontbijt en dat mocht hij proberen van pappa en mamma. Helemaal blij was hij en hij vond het nog lekker ook. Terwijl pappa en mamma de tent opruimden en inpakten, maakten wij samen een mooie tekening in het zonnetje. Om pappa en mamma wat te helpen, gingen Ronac en ik samen de afwas doen.
Ik deed de afwas en Ronac droogde alles af. We reden rond de klok van 11:00 uur weg bij camping Korana. We reden vandaag naar de kustplaats Zadar. Onderweg passeerden we veel kraampjes langs de weg die honing en kaas verkochten. Uiteindelijk kreeg mamma, pappa zo ver dat hij langs de weg stopte bij één van de kraampjes. Mamma kocht een potje honing en twee soorten schapenkaas, normale en gerookte kaas. Gelukkig was het goed ingepakt want zelfs met de goede verpakking begon het binnen 10 minuten in de auto al naar kaas te ruiken.
We namen een stuk snelweg en we konden goed doorrijden. Omdat we pas na 14:00 uur in het geboekte appartement konden, deden we even boodschappen bij de Konzum. Er lag ook een Decathlon waar we een nieuwe hamer voor de tentharingen kochten en we kregen allebei een snorkelset. We kwamen rond 14:30 uur aan op het adres van de bestemming maar konden het appartement niet vinden.
Het zou zich moeten bevinden in het appartementencomplex maar nergens zagen we een bordje. Een vriendelijke voorbijganger hielp ons en ging navraag doen. Hij kwam al snel terug en wees ons een appartement op de tweede etage. De eigenaresse was al op ons aan het wachten samen met haar zoontje van bijna 1 jaar oud. Het appartement was nieuw, mooi gedecoreerd en gemeubileerd.
Pappa en mamma kregen de lokaal gebrouwen kersenlikeur aangeboden. De eigenaresse liet ons alles zien en gaf ons wat tips over wat te doen in Zadar. Wat een vriendelijke ontvangst. Toen de vrouw weg was, maakten we snel wat soep klaar want we hadden nog niet geluncht.
Tegen 16:00 uur verlieten we het appartement en liepen we naar het centrum. We namen een binnendoor weg over het half vervallen sportpark en dat scheelde volgens de eigenaresse 10 minuten lopen. Zadar was in het verleden een belangrijke stad in de strijd om de macht door verschillende heersers uit de omgeving.
Zo is de stand in handen geweest van de Romeinen, de Byzantijnen, de Venetianen, de Ottomanen, Kroatisch koninkrijk, Oostenrijk-Hongaars rijk, het Italiaanse rijk en de republiek Joegoslavië. De stad is regelmatig aangevallen en tijdens de laatste oorlog (Balkanoorlog) gebombardeerd waarbij historische gebouwen ernstig werden beschadigd. Het is moeilijk voor te stellen dat hier minder dan 25 jaar geleden nog oorlog was. In 1991 begon de Kroatische Onafhankelijkheidsoorlog die ervoor zorgde dat Kroatië zie afscheidde van de Federale Republiek Joegoslavië.
Gelukkig werden een aantal historische bouwwerken gerestaureerd. We liepen via de stadspoort het oude stadscentrum binnen. We waren voornamelijk op zoek naar IJsalon Donat die volgens de eigenaresse het beste ijs van heel Zadar verkoopt. Ronac liep met de kaart en vertelde ons waar we naar toe moesten om alle bezienswaardigheden te zien. We liepen door de winkelstraat Široka ulica en zagen ineens de ijssalon liggen.
We kregen een ijsje en het was echt heel erg lekker. We kwamen langs het Romeinse Forum, de Sint Donatus kerk en de Sint Anastasias kathedraal. Vanaf de stadsmuur bekeken we het uitzicht op de haven. Er lagen gigantisch mooie en vooral dure jachten. Op eentje stond zelfs een helikopter. Het bleek de jacht te zijn van een of andere bankdirecteur te zijn.
Ronac was er helemaal weg van en zei dat als hij later “uitvinder” zou worden, hij ook zo’n boot met helikopter zou kopen, hihi. We wilden eigenlijk de zonsondergang gaan zien maar het begon zachtjes te regenen en we besloten om terug te lopen naar het appartement. Onderweg boekten we nog wel een boottocht voor morgen. In het appartement speelden we wat met de dure geluidsinstallatie voordat we naar bed moesten.
Nationaal Park Plitvicemeren
Onze wake-up call was rond de klok van 6:00 uur. Wassen, aankleden en met de auto op weg naar de entree van het bekende Nacionalnj park Plitvička Jezera. Het was maar 6 kilometer rijden naar ingang 1, de meest noordelijke ingang. We parkeerden de auto en zagen, dat het ondanks dat het park net open was, al erg druk was.
We stonden een kwartiertje in de rij voor de tickets en toen konden we het park betreden. In 1979 werd het nationale park op de werelderfgoedlijst beschermde natuurgebieden van UNESCO gezet en het trekt in het hoogseizoen dagelijks duizenden bezoekers. Het totale oppervlakte van het park is maar liefst 266 vierkante kilometer. Het park is verdeeld in de bovenmeren (Gornja) en de benedenmeren (Donja).
In totaal zijn er in het park zestien meren die variëren in grootte en zijn er meer dan negentig watervallen te vinden. We begonnen aan de kant waar de meeste hoge watervallen van het park zich bevinden. We volgden een steil pad met haarspeldbochten naar beneden totdat we op het niveau kwamen van de meren. We hielden beneden in eerste instantie rechts aan om zo dichterbij de waterval te kunnen komen.
We liepen over een vlonder pad en stonden ineens bij de Veliki Slap (grote waterval). Het is de grootste waterval van het park en het water valt van 78 meter naar beneden in de rivier de Korana. We liepen het stukje vlonderpad terug en vervolgden route C door het park. De wandeling was zo’n 8 kilometer en zou 4 tot 6 uur duren volgens de bordjes. Gewone wandelpaden wisselden af met houten vlonderpaden.
Het ene moment liepen we door het bos en het andere moment langs of over een meer. Door afzetting gedurende duizenden jaren van het stromende water van de rivier de Korana zijn in dit gebied dammen ontstaan. De dammen hebben weer gezorgd dat er meren, watervallen en grotten zijn gevormd. Het park is echt adembenemend mooi. Naar mate de zon steeds meer door kwam, werden de meren steeds feller turquoise van kleur.
De kleurtinten kunnen veranderen door regen, zon en de hoeveelheid mineralen en organismen in het water. Het water is kraakhelder en je kon de hele onderwaterwereld aanschouwen vanaf de waterkant. Vissen zwommen in scholen voorbij, af en toe zagen we een kikker of een soort van kreeft. We namen de boot van P3 (pier 3) over het Kozjak meer naar P2 (pier 2), het gebied van de bovenmeren.
De meren in dit gebied waren kleiner en minder diep en de watervallen waren ook kleiner maar wel talrijker. Er was meer bos en alles was dichter begroeid. Blijkbaar wonen er in dit bos ook herten, wilde zwijnen, dassen, lynxen, beren en wolven. Tegen 11:00 uur waren we bij het eindpunt van de wandeling. We namen even een korte pauze om te bepalen wat we verder zouden gaan doen.
Het was aanzienlijk drukker aan het worden in het park en het was goed dat we zo vroeg waren begonnen met onze wandeling. We besloten om een andere route te volgen om nog wat meer van het park te zien. Sommige stukken waren hetzelfde als die van route C maar dat maakte ons niet uit. We kwamen in de file op de paden doordat die te smal waren om de enorme mensenmassa aan te kunnen.
We twijfelden of we nog de juiste route volgden maar konden nergens anders heen dus bleven we maar hopen dat we goed liepen. We moesten uiteindelijk een uur wachten op een vlonderpad dat uiteindelijk uitkwam bij de pier voor de bootjes.
Iedereen stond in de rij bij P2 (pier 2) om per boot naar de beneden meren te gaan maar wij moesten de andere boot naar P1 (pier 1) hebben. Uiteindelijk konden we het laatste stukje rij afsnijden door van het vlonderpad af te stappen en langs de wachtrij te lopen.
Niet heel erg netjes maar het scheelde ons zeker een half uur voor niets in de rij staan. Voor de boot die wij nodig hadden, stond geen wachtrij en we konden direct aan boord.
Vanaf P1 was het nog maar een klein stuk lopen naar het beginpunt van het treintje dat naar ingang 1 van het park reed. Het eindpunt was niet direct bij de ingang maar iets daarvoor. We moesten nog een stukje lopen. Een straf was het echter niet want we hadden van bovenaf een prachtig uitzicht over de verschillende meren en volle vlonderpaden.
We brachten nog een kort bezoekje aan een grot waar we geen hand voor ogen zagen. Fijn dat we tegenwoordig bijna allemaal een mobiele telefoon bij ons hebben met zaklamp-functie zodat we toch nog iets konden zien. Vanaf de grot waren we zo bij de parkeerplaats en met de auto ook zo weer bij de camping. ’s Avonds aten we bij de frituur van de camping een hamburgermenu.
Voor mij is het tot nu toe de vakantie van de hamburgers want die eet ik toch wel heel erg graag. Na het eten werd op het veldje voor onze tent nog lekker wat gevoetbald en gevolleybald. Morgen gaan we weer verder. Het plan was om naar Bosnië te gaan maar dat hebben pappa en mamma weer abrupt veranderd gezien de weersvoorspellingen die gedaan zijn. We gaan verder met onze reis door Kroatië en gaan de kust van Dalmatië afzakken.
Camping Korana
Ons verblijf op camping Ujča zat er na drie dagen weer op en het was tijd om verder te gaan. Ronac was moe en opstandig vanochtend en daar kwam niet veel uit. We aten eerst wat en dronken een kopje koffie (ja, dat drink ik nu).
De spullen werden ingepakt, tent opgeruimd en alles naar beneden gebracht. Het inpakken moest snel gebeuren en met veel moeite lukte het om alles in de auto te krijgen. We betaalden de rekening en gingen op weg naar camping Korana in de buurt van het Nationaal park Plitvice.
Het eerste stuk reed aardig door maar zo’n 15 kilometer voor het Nationaal park begon het druk te worden. Het was ook nog even zoeken naar camping Korana maar iets na het middaguur arriveerden we er. Het bleek een hele grote camping te zijn met wel 550 staanplaatsen. We mochten wel zelf een plekje uitzoeken.
We reden wat rond en vonden een mooie plek aan een klein veldje onder een paar bomen. Het sanitair gebouw was ook direct in de buurt en de elektriciteit ook. Aan het laatste hadden we niet veel want er bleek een speciale aansluiting nodig voor de stroom aan te sluiten. Terwijl pappa en mamma de tent weer opzetten, speelden wij nog een spelletje op de tablet. Toen de tent stond gingen wij samen met pappa de camping verkennen.
Bij de campingwinkel haalden we een ijsje die we lekker op smikkelden. Ronac zijn gezicht zat compleet onder de chocolade van zijn ijsje, hihi. Pappa had ook de speelkaarten meegenomen en we deden een paar potjes. Mamma bleef even bij de tent en zorgde ervoor dat de spullen in de auto weer een beetje geordend stonden. In de middag gingen we zwemmen in het riviertje de Korana die achter de camping stroomt.
Langs de kanten lag wat blubber maar het water was heerlijk. We speelden met de volleybal en lagen lekker wat in de zon. Het was goed warm. ’s Avonds zijn we bij het restaurant op de camping gaan eten. Ronac had voor de tweede keer vandaag de “bokkenpruik” op en vond niets op de menukaart lekker om te bestellen.
Helaas voor hem hadden ze deze keer geen hamburger op het menu staan maar wel veel andere lekkere dingen (vond ik). We lieten hem mokken en bestelden ons eten. Mamma bestelde nog wat vlees en kaas van de regio als voorafje. Ronac was degene die uiteindelijk het meeste ervan at?! Wij hadden beiden een spaghetti bolognese (uiteindelijk had Ronac toch nog zijn bestelling doorgegeven aan de ober) en pappa en mamma hadden allebei een ander gerecht maar beiden iets met schnitzel.
Het eten smaakte zeer goed voor een campingrestaurant. Op de terugweg namen we bij de campingwinkel brood en wat drinken mee voor de volgende dag. We gingen op tijd onze slaapzak in want morgen willen we vroeg opstaan om op tijd bij het opengaan van het Nationaal Park Plitvice te zijn.
Senj
Poeh, poeh de dag begon weer vroeg. We zweetten rond 8:00 uur al de tent uit. Het zou een hele warme dag worden, zo’n 35 graden en dat was te merken. Na het ontbijt vertrokken wij met de auto in de richting van Senj. Senj is de grootste stad op de weg tussen Rijeka en Zadar. Het heeft een geschiedenis die meer dan 3000 jaar terug in de tijd gaat. We zetten onze auto net buiten de stad op een parking en liepen als eerste naar het fort. Fort Nehaj is een middeleeuwse Uskokkenvesting uit de 16e eeuw. Het is gelegen aan de voet van het Velebitgebergte op een strategisch punt aan de kust van de Adriatische zee.
De stad werd al in 52 v. Chr. gesticht door de Romeinen. In 1154 werd Senj pas belangrijker doordat de bisschop zich er vestigde. In 1537 kwam er een grote stroom vluchtelingen uit Servië en Bosnië, zij waren op de vlucht voor de Turken. Senj behoorde in die periode tot het Habsburgse rijk en hadden een Hongaarse koning. De koning maakte Senj een belangrijke vesting zodat ze konden voorkomen dat de Turken de Adriatische zee zouden bereiken. De vluchtelingen noemden zich Uskokken (ontsnapten) en vanwege het feit dat ze aan de gruweldaden van de Turken waren ontkomen, hadden ze zich volgens het stadsbestuur genoeg bewezen.
Ze werden opgenomen en zouden kunnen helpen bij de verdediging van de stad. De Uskokken gingen de stad echter overheersen en beperkten zich niet alleen tot het aanvallen van de Turken. Vanuit Senj maakten ze de kust onveilig en werden Venetiaanse schepen veroverd. Venetië protesteerde maar kon weinig doen tegen het gevaar. Ze sloten een verbond met de Turken om de Uskokken een lesje te leren. Echter lukte dit plan niet en werden de Uskokken niet verslagen. Venetië vroeg Oostenrijk om hulp maar die konden ook niets. Het leidde tot een oorlog tussen de twee landen en eindigde in 1617 toen de Uskokken werden verbannen.
In het slot is nu een museum waar we informatie kregen over de Uskokken van Senj. De daden van de Uskokken inspireerden veel Kroatische schrijvers tot het vastleggen van de geschiedenis.
De vierkante burcht heeft vijf torens en 11 kanonopeningen.Voor de burcht zagen we nog een aantal kanonnen staan. Er waaide een fris windje die de bewoners ook wel bura (bora) noemen. Het is een koude noordoostenwind die ontstaat doordat de koude lucht van de Balkanvlakte over de Vratnikpas valt en vrij spel heeft om via het Senjskadal de stad te bereiken.
Na ons bezoek aan het museum en de burcht liepen we door het park naar het centrum van Senj. Op een gezellig pleintje aten we een ijscoupe bij één van de terrassen. We slenterden wat door het centrum en kochten bij een souvenir winkeltje een “squizzy”, een soort stressballetje met een heerlijk luchtje eraan. We kwamen langs de jachthaven en liepen door naar het naastgelegen openbaar strand van de stad.
Voordat we een duik namen in de zee, sprongen we nog vijf minuten op een trampoline. Even uitleven en goed zweten om ons daarna lekker af te kunnen spoelen in de zee. Pappa en mamma zaten met een halve liter Radler lekker op het terras. Een paar uurtjes later liepen we terug naar het centrum en hadden we bij een sfeervol restaurant met straatterras een verlate lunch.
Pappa en mamma hadden een tweepersoons vleesschotel, Keyro een pizza en ik een calzone (opgerolde pizza). We liepen terug langs de kust naar de auto. De camping was maar een paar kilometer rijden en we waren zo weer terug. Meteen de zwembroeken weer aangedaan en lekker met de roeiboot het water weer op.
’s Avonds keken we buiten aan de kampeertafel bij het licht van een lantaarn nog naar een filmpje. Toen de muggen weer in grote getallen aan te vallen alsof we zoete broodjes waren, gingen we de tent in en keken we daar verder.
Zon en zee
Het heeft vannacht flink geonweerd en geregend. Gelukkig bleek de tent er tegen bestand en zijn we niet nat geworden of de lucht ingegaan. De dag begon rond 7.30 uur al en de zon scheen al fel op de tent. Het was meteen warm dus snel naar buiten.
We hadden een lekker ontbijtje voor onze tent. Vandaag hadden we geen planning dus konden we doen waar we zin in hadden. Samen met pappa bliezen wij de roeiboot op die we hadden meegenomen. Al vroeg lagen we in het water. Lekker zwemmen, varen en dobberen op het luchtbed in de zee.
Tussendoor een hapje, drankje en af en toe mijn boek lezen. De baai is echt schitterend en je raakt er niet op uitgekeken.
Tussen de middag maakten mamma en ik een lichte lunchsalade, jummie. We speelden in de zee met de volleybal en trokken er weer met de boot op uit. Uiteindelijk begin ik me toch een beetje te vervelen, tot ergernis van pappa en mamma. Ik snap hun ook wel een beetje want wij wilden perse naar het strand. ’s Avonds aten we bij het eetcafé van de camping. Ze hebben een simpele maar lekkere kaart. Wij bestelden onder andere hamburgers en ćevapčići.
Het laatste gerecht is een vleesgerecht dat onder verschillende namen over de gehele Balkan bekend is. Vooral in Bosnië, Kroatië, Montenegro en Servië is het heel populair. Het is gemaakt van gehakt, ziet er uit als een worstje en wordt gegrild .
De ćevapčići wordt in porties van vijf of tien stuks besteld en geserveerd met een broodje, frietjes, Djuvec (Kroatische paprikarijst), uien, sla en of ajvar (paprika auberginespread). De oorsprong van het gerecht is van de Middeleeuwen toen de Balkan onderdeel was van het Ottomaanse Rijk.
Het is een regionale variant op de Turkse kebap köfte. Wij vonden het erg lekker en lieten het ons smaken. Na een prachtige zonsondergang werden we al snel overvallen door de muggen.
Niet echt leuk om buiten te zitten en lek geprikt te worden. We gingen op tijd onze tent in en keken een filmpje op de tablet en ik las nog wat in mijn boek.