We sliepen een aantal uurtjes maar veel was het niet. Na iets meer dan 11 uur vliegen landden we op het Suvarnabhumi International Airport. Vanwege het tijdsverschil tussen Nederland en Thailand moesten we ons horloge aanpassen en 5 uur later zetten. Eenmaal op Thaise bodem moesten we eerst langs bij “immigration” voor de paspoortcontrole en het visum. Hier stond een MEGA rij en het duurde meer dan een uur voordat we langs de immigratie aren en het visum in ons paspoort hadden zitten.
De skyline van Bangkok, vanuit de shuttlebus richting centrum.
De bagage draaide al rondjes op de bagageband en die hadden we snel opgepikt. Buiten zochten we naar de airport shuttle bus die heen en weer pendelt tussen het vliegveld en de bekende backpackersstraat (wijk) Kao San Road. De bus stond al klaar en vertrok direct toen wij instapten. We kochten een kaartje voor slechts 60 baht, ongeveer € 1,50 per persoon. Het was 33 kilometer van het vliegveld naar Kao San Road maar het verliep vlotter dan we hadden verwacht.
Bangkok is een miljoenenstad en de eerste indruk was overweldigend. Er wonen zo’n 8 miljoen mensen in Bangkok en met de buiten wijken etc. wordt het totaal aantal op 15 miljoen geschat. Na 50 minuten verlieten we op Kao San Road de bus en moesten we nog een stukje te voet verder. Met behulp van de gedownloade wegenkaarten zochten we de weg naar het Siri Poshtel Hotel. We kwamen door leuke straatjes gevuld met markt- en eetkraampjes. Ons hotel lag op ongeveer 15 minuten lopen van Kao San Road in een rustig gedeelte en opvallend minder toeristisch.
We kregen een ruime, schone kamer met drie stapelbedden. We namen even wat rust want het was behoorlijk warm. Bovendien waren we ook redelijk moe van de hele reis. We besloten op tijd te gaan eten zodat we vroeg naar bed konden. Voor de Thai speelt eten een grote rol in het dagelijks leven. Een Thai eet niet zoals ons drie keer per dag maar snackt de hele dag door. Tijdens het lopen naar het hotel hadden we al diverse eetstalletjes, foodcourts, handkarren, fietsen, brommers en driewielers gezien die eten verkopen. Het eten langs de kant van de weg is niet alleen heel erg goedkoop maar moet ook nog eens overheerlijk zijn.
Keyro was meteen verliefd op Bangkok en vooral de Thaise keuken.
Tijd om het uit te gaan proberen! We vonden in een zijstraat bij het hotel een aantal eetstalletjes aan de straat en namen daar plaats aan een tafeltje. Er was geen menukaart maar op plaatjes wezen we aan welke gerechten we wilden hebben. We namen vier gerechten en proefden van allemaal. Het was overheerlijk en kostte ons 262 baht, nog geen 7 euro, inclusief (dure merk) frisdrank. Helaas is het stadsbestuur van Bangkok bezig om de kraampjes met “Street food” te verbieden. Met ingang van 2018 moeten alle straatverkopers zijn verdwenen uit het straatbeeld. Erg zonde als je bedenkt dat juist deze voedselkramen een belangrijk kenmerk zijn van Bangkok. Terwijl wij zaten te eten brak er een tropische regenbui los. Niet normaal de regen kwam echt met bakken uit de lucht. De trottoirs stonden blank en het regenwater kon niet weg. Na een tijd wachten besloten wij om de regen toch te trotseren en naar het hotel terug te gaan. Ronac kon het niets schelen en liep dansend door de regen en was tot op zijn onderbroek nat. In de hotelkamer droogden we ons lekker af en gingen we zonder te klagen direct ons bedje in.