Na het opstaan en aankleden, begonnen we met het afbreken van de tent. Op zich verliep het allemaal redelijk vlot en konden we rond de klok van 09:30 uur vertrekken. Pappa startte de auto en er kwam een alarmmelding in de display te staan. De melding vertelde ons dat er te weinig remvloeistof was en we naar de garage moeten voor controle. Onze eerste reactie was natuurlijk: “het zal toch niet weer hé?”. We werden direct herinnerd aan onze autopech in Noorwegen ook met deze auto. Bovendien heeft de auto een week voor ons vertrek nog een uitgebreide beurt gehad in de garage en dan verwacht je dit dus niet.
Voorzichtig gingen we toch rijden naar het dorp Frauenau, zo’n 10 kilometer verderop. We zouden naar een glasblazerij gaan en daar lag ook een tankstation. Hopelijk zouden we hier ook een garage kunnen vinden. Heel voorzichtig reden we over de bochtige weg, af en toe opgeschrikt door de melding die weer door gaf dat we naar de garage moesten gaan. Bij het tankstation hebben we getankt en aan de medewerkster gevraagd of er een garage in de buurt was. De dame was zo vriendelijk om een lokale garage te bellen en te vragen of wij met onze Ford Focus Wagon bij hem terecht konden. Gelukkig was dit geen probleem en ze gaf ons een beknopte route om hem te vinden. Het bleek niet zo makkelijk te zijn. We vroegen het onderweg opnieuw aan een mevrouw en die gaf ons weer een andere route. We reden terug naar het tankstation en vroegen daar om het adres zodat we met de navigatie er heen konden rijden. Wat bleek? De garage lag in dezelfde straat als de glasblazerij. Uiteindelijk vonden we de garage en eigenaar Helmut stond al op ons te wachten. Hij keek even naar de remschijven en opende de motorkap. Het reservoir voor de remvloeistof bleek inderdaad zo goed als leeg te zijn. Hij vulde hem bij en zei dat het geen kwaad kon om met de auto te rijden. Hij vermoedde dat ze bij het onderhoud te weinig of vergeten zijn om het reservoir bij te vullen. Mocht het zijn dat er een lekkage is, kunnen we als de melding verschijnt gewoon remvloeistof kopen en zelf bijvullen. Gelukkig konden we onze reis dus voortzetten.
We reden van de garage zo de parkeerplaats van De Freiherr von Poschinger Glasmanufaktur (glasfabriek) op. Ieder uur werd er een rondleiding gegeven en we moesten nog 40 minuten wachten. We brachten de tijd door in de showroom waar tevens een kleine zitgelegenheid was waar we iets konden drinken. De glasindustrie in het Beierse Woud heeft een eeuwenoude traditie en heeft een belangrijke rol gespeeld bij de ontwikkeling van de streek. Over de hele wereld is het Boheems glas bekend. In de omgeving worden de grondstoffen (hout en zand) gevonden voor het vervaardigen van glas en kristal. Glasblazen is een oude eeuwenoude ambacht en het is bijzonder om een glasblazer aan het werk te zien. Tijdens de bezichtiging liepen we over een breed pad en we zagen de historische ovenhal, het hart van de fabriek met in het midden de glasoven. Als eerste moet het glas dik en vloeibaar gemaakt worden in een oven. De temperatuur moet hiervoor tussen de 870 en 1040 graden Celsius liggen! Heel erg warm dus!
Glasblazen is echt vakmanschap, heel mooi om te zien.
Onze rondleiding begon om 12:00 uur en we werden rondgeleid door Herbert Kammermeier. De glasfabriek Von Poschinger is een familiebedrijf dat al bestaat sinds 1568. De familie behoort tot één van de oudste families van het Beierse Woud. Tijdens de bezichtiging liepen we over een breed pad en we zagen de historische ovenhal, het hart van de fabriek met in het midden de glasoven. Er waren op het moment van bezichtiging drie glasblazers aan het werk. Voor een aantal ontwerpen werken de glasblazers samen omdat het anders te zwaar is. Als eerste moet het glas dik en vloeibaar worden gemaakt. De temperatuur moet hiervoor tussen de 870 en 1040 graden Celsius liggen! Heel erg warm dus en zelfs wij voelden dat!
Het vloeibaar glas wordt met een pijp uit de pot gehaald. Men noemt dit ook wel “keien”. Door de stalenpijp rustig en regelmatig te draaien en erin te blazen, kun je het voorwerp vormen. Door de lucht in de pijp te blazen zal het object ook langzaam groeien naar de gewenste grootte. De techniek van het glasblazen is vrij moeilijk en je hebt veel geduld en aanleg nodig. De glasblazers maken van alles van glazen, schalen tot vazen. Als het in de juiste vorm is geblazen gaat het naar een speciale koelruimte. Na het afkoelen volgt de “finishing touch” en kan het glas eventueel ook nog beschilderd worden. Aan het einde was de mogelijkheid om zelf een poging te wagen om glas te blazen.
Ik mocht ook een prachtig kunstwerk blazen.
Helaas stond er al een rij wachtenden en duurde het wel een half uur totdat wij aan de beurt waren. Ik mocht als eerste een glasbol blazen en zocht de kleur rood en geel hiervoor uit. Herbert gaf mij aanwijzingen hoe ik het moest doen en ik blies een prachtige bol. De kleur zou je pas zien als de bol is afgekoeld. Keyro mocht zelfs twee keer blazen. De eerste keer blies hij zich een ongeluk zonder dat er een bol ontstond. Herbert verontschuldigde zich en zij dat hij het glas niet warm genoeg had verwarmd waardoor het veel moeilijker is om een bol te blazen. De tweede keer ging het veel beter en blies Keyro ook een mooie bol die later de kleuren geel en groen zou hebben.
Het resultaat, twee prachtige glazen en meteen een mooi souvenir.
We moesten nog een tijdje wachten voordat de bol was afgekoeld en we ze goed ingepakt mee konden nemen. We reden via de weg door het Nationaal Park naar de grens met Tsjechië. In het zuiden van Tsjechië aan de grens met Oostenrijk in het Nationale Park Šumava ligt namelijk onze bestemming, het Lipnomeer. Bij de grensovergang kochten we meteen een vignet voor de snelweg, al hadden we het voorlopig nog niet nodig. Mamma zou veel te gestrest naast pappa zitten als we het niet nu kochten. We vervolgden de weg en kwamen uit in het dorp Lipno nad Vltavou. Het dorp ligt op 776 meter hoogte aan de oever van het Lipnomeer. Het meer is een stuwmeer van ongeveer 40 kilometer lang. Het is een kunstmatig aangelegd door de aanleg van een stuwdam. Een stuwdam en stuwmeer kun je voor verschillende dingen aanleggen, bijvoorbeeld voor het opwekken van elektrische energie of als watervoorraad voor irrigatie of drinkwater. Het Lipnomeer werd aangelegd vanwege de problemen die het stadje Český Krumlov ondervond van overstromingen van de Moldau. In 1951 werd bij het dorpje Lipno nad Vltavou begonnen aan de aanleg van de stuwdam en het meer was gereed in 1960.
Aan het Lipnomeer
Lipno nad Vltavou is een echt toeristendorp en in de omgeving vind je heel veel leuke en diverse activiteiten om te ondernemen. Wij reden naar camping Panorama en hoopten daar een overnachtingsplek te vinden. De camping ligt bij het gelijknamige hotel en direct aan de oevers van het meer. Bij de receptie gingen we vragen voor een plek en er waren gelukkig nog verschillende plaatsen beschikbaar. We konden maar twee nachten blijven want vanaf zondag was er geen plaats beschikbaar. Op het naastgelegen terrein waren wel bouwwerkzaamheden gaande voor de aankomende Olympische Spelen. We hadden geen zin om nog langs andere campings te rijden en besloten om hier een plekje te zoeken.
De camping is gelegen op terrassen en daarmee hebben veel plaatsen toch wat uitzicht tussen de bomen door op het Lipnomeer. We vonden een plekje en ik hielp mee met het opzetten van onze tent. Het was hard werken en ik was flink bezweet. Keyro en ik besloten een duik te nemen in het water van het Lipnomeer. Het was gelukkig warm genoeg hiervoor. Tegen de avond liepen we wat langs de straatjes met veel winkeltjes en restaurants. Ondanks dat Tsjechië deel uitmaakt van de Europese Unie zijn zij nog niet overgestapt naar de Euro. We pinden daarom Tsjechische kronen (Czech Koruna). Iets verderop lag een vakantiepark van Landal en dat hoorde je direct aan de hoeveelheid Nederlands wat we hoorden. Bij het haventje vonden we een leuk restaurant waar we konden eten. Keyro en ik namen beiden pasta, mamma had risotto en pappa nam een vleesschotel.
Grappig kunstwerk aan het Liponomeer.
In het zonnetje genoten we van al het lekkers dat op tafel kwam. Jammer dat er de hele tijd wespen rond circuleerden om van onze zoete drankjes mee te kunnen genieten. Na ons eten renden we over de boulevard en lieten we pappa en mamma even lekker rustig zitten. We kregen een ijsje en speelden nog wat bij een kleurrijk kunstwerk in de vorm van een vis. Terug op de camping gingen wij weer terug naar het meer en daar speelden we tot het donker werd. Door het mooie weer konden we nog lang buiten zitten en speelden we een paar kaartspelletjes met zijn allen onder genot van een (alcoholisch) drankje. Onze Oostenrijkse buren hielden een barbecue en hadden te veel worsten. Ze kwam ons vragen of wij er eentje wilden. Keyro zei “nee” maar ik had daar wel zin in. Mamma zocht de ketchup en zo at ik laat op de avond nog een Tsjechische worst. Al met al een zeer gelaagde dag vandaag.