We huurden voor vandaag een privé chauffeur die ons eerst naar een paar mooie tempels zou brengen en daarna af zou zetten in Sanur. We vertrokken op tijd want we wilden proberen om bij de eerste tempel de grote toeristenstroom voor te zijn en dat lukte. Onze chauffeur hield er goed de vaart in en na ongeveer twintig minuten rijden, waren we bij de Pura Gunung Kawi. We moesten om de tempel te betreden een sarong dragen (de volwassenen) en de kinderen een sjerp. We betaalden natuurlijk veel te veel voor de sarongs en later bleek dat je ze bij de ingang gewoon kon lenen. Ach ja, een extra souvenir is ook best leuk.
Om bij de Pura Gunung Kawi te komen moesten we eerst zo’n 260 traptreden afdalen. Onderweg hadden we een mooi uitzicht over de vallei met prachtige rijstterrassen. We werden meerdere malen gepasseerd door de lokale bevolking die offers gingen brengen bij de tempel. De vrouwen dragen de offers in rieten manden op hun hoofd, heel knap. Beneden staken we de oude stenen brug bij rivier de Pakerisan over en kwamen bij het tempelcomplex waar je de rotstempels vindt. Het bleken tien hoge uitgehakte candi’s (beelden) in de rotsen te zijn die dateren uit de 11e eeuw.
Men dacht dat het grafmonumenten waren maar dat klopt waarschijnlijk niet. Men denkt dat ze ter ere van de Koninklijke familie van de Udayana-dynastie zijn gemaakt. Bij de tempels zelf werden er voorbereidingen getroffen voor de vollemaanceremonie van morgen. Het vlechten van offermandjes, vlaggen en bloemenkransen is een taak die behoorlijk tijdrovend is. Op de terugweg naar boven kochten we nog een klein souvenir, een ketting met een munt er aan. Onze volgende stop was bij de Hindoeïstische Pura Tirta Empul tempel. De tempel werd gebouwd in het jaar 962 ten tijde van de Warmadewa-dynastie.
De tempel is bekend vanwege haar heilig water dat uit een nabijgelegen bron komt en dat gebruikt wordt voor reinigingsrituelen. Vele Balinezen komen hier jaarlijks om rijstoffers te brengen, te bidden en zich onder te dompelen in het heilige water. De mensen reinigen zich in het water voor hun gezondheid en geluk. We volgden op gepaste afstand het reinigingsritueel van een familie en twee jonge jongens. Het was interessant om te volgen en te zien. Na deze tempel gingen wij op weg naar paleis van Klungkung. Onderweg stuitten wij op een belangrijke en laatste plechtigheid in het leven van de Balinees namelijk de crematie. We zagen de voorbereiding van de processie waarbij de kist van de overledene door dragers naar de begraafplaats zou worden gebracht. De hele familie en alle mensen uit het dorp of wijk lopen mee in de stoet, net als een band en onderweg worden liederen gezongen.
Er wordt van alles gedaan om de overledene voor te bereiden op het hiernamaals. De straten worden hiervoor tijdelijk afgezet. Zo kan iedereen waardig afscheid nemen van de overledene. Uiteindelijk wordt het lichaam en allerlei offergeschenken open en bloot verbrand. Enkele uren later wordt de as uitgestrooid. Voor de crematie wordt het lichaam vaak tijdelijk begraven bij een tempel want crematies zijn vrij duur. In rijke families wordt het lichaam vrij snel verbrandt na het begraven maar in armere gezinnen kan dit soms langer duren. Sommige families wachten net zolang tot er voldoende geld is voor de crematie. De hele arme mensen maken gebruik van een Koninklijke crematie waarbij soms wel meer dan honderd lichamen te gelijk worden gecremeerd, dit is gratis.
Tegen 11:00 uur arriveerden we in Semarapura waar wij de overblijfselen van het historische Klungkung paleis zouden bezoeken. Bij het verlaten van de auto stapte Keyro in een diep gat en haalde hij zijn been lelijk open. Het was gelukkig een oppervlakkige schaafwond maar zijn been inclusief de wond was bedekt met gesmolten teer van het asfalt. Met veel doekjes wist hij het zelf redelijk schoon te maken. We betraden het paleis dat werd beschouwd als het hoogste en meest belangrijke van de negen koninkrijken van Bali uit de late 17e eeuw tot 1908. Het paleis werd verwoest tijdens de Nederlandse koloniale verovering. Het paleis werd gebouwd in een vierkante vorm met de belangrijkste poort naar het noorden. Het werd verdeeld in een aantal blokken voor verschillende rituelen en functies. Het Bale Kambang (drijvende paviljoen) is het hoogtepunt van de gebouwen die er nog staan.
Het Kerta Gosa is het Paviljoen van de gerechtigheid. Rechters losten hier problemen op die niet binnen families of dorpsgemeenschappen konden worden opgelost. Op het plafond zijn tekeningen geschilderd die duidelijk moeten maken wat het verschil is tussen goed en kwaad en wat je straf zou kunnen zijn. We bezochten ook het kleine museum met onder andere oude Hollandse kranten en veel militaire spullen. Na ons bezoek aan het paleis reden we in één keer door naar de badplaats Sanur. Het eerste hotel waar we gingen vragen om een kamer had niets meer beschikbaar. Onze chauffeur vroeg naar onze prijsklassen en wist een leuk hotel.
Bij Hotel Bumas hadden ze nog wel een kamer voor ons beschikbaar. We moesten alleen even wachten want de kamer werd net schoongemaakt. Ondertussen doken Keyro en ik in het zwembad. We hadden hier niet één maar twee zwembaden om uit te kiezen. We liepen rond 14:30 uur richting het levendige centrum van Sanur met allemaal barretjes en restaurants. Sanur was vroeger een klein vissersplaatsje aan de zuidoost kant van Bali maar groeide door de komst van toeristen. Het traditionele karakter van de stad heeft het echter redelijk weten te behouden doordat de overheid heeft besloten dat de gebouwen niet hoger dan vijftien meter mogen zijn.
We gingen bij een restaurant iets eten en bestelden laksa (curry en vis noodlesoup), bakso (noodlesoup) en twee keer mie goreng. Na de late lunch vertrokken we naar het strand dat achter de hoofdstraat, hotels, restaurants en winkels ligt. Langs het 5 kilometer lange strand loopt een voet/fietspad zodat je er heerlijk kunt flaneren. De zee bij Sanur is kalm en ondiep. Het was eb en er waren brede stroken zanderige modder met hier en daar wat koraal zichtbaar. Wij doken meteen in het zand om te graven en te bouwen. In de avond besloten wij om het rustig aan de doen en lekker in het hotel te blijven. Pappa en mamma hadden een afhaalrestaurant gezien en daar haalden ze rond een uur of acht wat te eten. Op het bed aten we van de mie goreng, nasi goreng, nasi campur en loempia’s terwijl we een film keken die we niet konden verstaan, haha.