Vroeg in de morgen werden we gewekt door de geur van tosti. We kregen zelfs een soort van ontbijt op “bed”. De tosti was wel apart en anders dan bij ons. Het bestond uit kaas en pindakaas, een vreemde maar toch lekkere combinatie. Mamma en Ronac voelden zich weer helemaal oké.
Ondertussen waren we de hele nacht doorgevaren en lag de boot voor anker bij Satonda eiland. Het eiland ligt enkele kilometers voor de kust van Sumbawa. Het was vroeger een vulkaan maar is nu uitgedoofd. De krater die toen gevuld was met hete lava is nu gevuld met water. Oorspronkelijk was dit zoet water maar na de tsunami in 1815 is het water in het meer zout. De tsunami ontstond na de dodelijkste vulkaan eruptie uit de geschiedenis namelijk de uitbarsting van de vulkaan Tambora. Deze vulkaan lag aan de noordkust van het eiland Sumbawa waarbij deze van ca 5100 meter naar 2800 meter hoogte is gehalveerd.
We gingen van boord en maakten een kleine wandeling langs de kraterrand en het meer. Ook was er nog tijd om het koraalrif voor de kust van Satonda te ontdekken. Ook hier was weer een kleurrijke onderwaterwereld te vinden. Het lijkt wel of het ene plekje nog mooier is dan het andere. Vervolgens moesten we een stukje varen en hadden tussendoor een lunch met groenten nasi putih en tempeh (soort koek op basis van sojabonen). We maakten even na de middag een stop bij Pulau Moyo. Dit eiland ligt aan het begin van Sumbawa.
Op dit eiland was een waterval waar we met z’n allen naar toe wandelden. Ik had geen zin om mijn wandelschoenen aan te doen en wilde op blote voeten lopen. Achteraf bleek dit een goede keuze te zijn want we moesten door meerdere riviertjes heen waden. We liepen door een dichte bebossing en hoorden van de kapitein dat hier veel herten leven. De waterval (Air Beling) is een waterval met een zoutwater meer. Er waren verschillende poeltjes waar je in kon zwemmen. Op een soort stoeltje van lianen konden we rustig heen en weer schommelen boven het water. Pappa klom met een deel van de groep nog verder langs de waterval omhoog.
Boven gekomen was hier ook een poel met een echte liaan waar men aan kon slingeren als een echte Tarzan. Al zwierend liet iedereen zich vanaf de liaan in het water plonsen. Na deze kort wandeling konden we nog even snorkelen en van de boot af springen en duiken. Een keer probeerde ik te duiken maar kwam iets te plat op mijn buik terecht, au. In de avond kregen we ons laatste diner aan boord en vertrokken we in de richting van Lombok. Ook weer een flink aantal uren varen. Samen met pappa sliep ik deze nacht op het bovendek. We waren de dieseldamp en benauwdheid een beetje zat en wilden wat frisse lucht. Ik sliep als een roosje.